Uitgebuit, onderbetaald of zelfs onbetaald, onderdrukt, mishandeld en vernederd, tot seksobject en koopwaar herleid, vermoord ook. Dat is het lot van te veel vrouwen in deze maatschappij. Maar vrouwen zijn niet alleen slachtoffers, ze zijn vooral meer en meer actieve voorvechters van hun rechten. Sinds een paar jaar zien we wereldwijd vrouwen opstaan en terugslaan.
Ook in België is er sinds een paar jaar beweging op het vrouwenfront met de oprichting van het Collecti.e.f 8 maart. Op initiatief van dit collectief kwamen vorig jaar voor de eerste keer sinds lang tienduizenden vrouwen in actie tijdens de internationale stakingsdag.
Buiten de 8 maart-mobilisaties kwamen er ook acties en bewustwording, meer specifiek tegen seksueel geweld in het gezin, de school, in de openbare ruimte of op de werkplaats. De feminicide, de moord op een vrouw omdat ze een vrouw is, komt nu ook eindelijk in de schijnwerpers. De huishoudhulpen en hun vakbonden schreven verleden jaar geschiedenis met veelvuldige mobilisaties en zelfs stakingen voor een rechtvaardig loon. Ze vragen respect. Maar zelfs dat is te duur voor de bazen. In de zorgsector, waar vooral vrouwen werken, volgen de acties elkaar op. In veel rusthuizen en ziekenhuizen blijven ze niet meer stillekes wachten maar nemen ze hun eigen lot in handen. Dit alles maakt deel van het vernieuwde vrouwenverzet dat tegelijkertijd ook een sociaal verzet is.
Patriarchaat en kapitalisme samen te lijf gaan
De strijd voor gelijkheid is echter niet enkel een kwestie van gender. Het is ook een klassenkwestie. De natuurlijke bondgenoot van de vrouwen zijn de mannen uit de arbeidersklasse en niet de bourgeoisvrouw. Van vrouwen zoals de minister van Volksgezondheid Maggie De Block of de voormalige CEO van Proximus, Dominique Leroy, moeten we geen steun verwachten. Herinneren we ons nog de misprijzende commentaar van De Block over de klachten van de verpleegsters: ‘Indien ze klagen is het omdat ze tijd hebben’. Dominque Leroy van het telecombedrijf Proximus zorgde voor het verdwijnen van 1900 banen.
Deze dames en hun CEO-vriendinnen verdedigen hun eigen klassenprivileges. Als ze praten over gelijkheid, verwijzen ze naar hun recht om op gelijke voet te staan met de mannelijke kapitalisten. Om samen de werknemers, man en vrouw, uit te buiten.
Pariteit in de directiekamer verandert niets aan het lot van de vrouwelijke bedienden of arbeiders. Dit systeem is hun systeem. Zij vertoeven in de bedrijfswereld die de vrouwen onderbetaald houdt. Zij bleven muisstil wanneer de poetshulpen, meestal vrouwen, op straat kwamen om een verhoging te eisen van hun minimale minimumloon van 11,04 euro bruto per uur.
Zij zijn dus niet onze bondgenoten. Opvallend toch hoe er meer wordt gesproken in de pers over het ‘glazen plafond’, dat vrouwen verhindert om toegang te krijgen tot het topmanagement - dan over de ‘sticky floors’. Deze ‘kleverige vloeren’ verhinderen vooral vrouwen beneden aan de promotieladder om vooruit te gaan in een bedrijf. In het eerste geval gaat het om een paar honderd reeds geprivilegieerde vrouwen, in het tweede geval gaat het om duizenden vrouwen uit de arbeidersklasse.
Daarom denken we dat vrouwen en mannen best samen strijden voor gelijkheid. Het is jammer dat het Collecti.e.f 8 maart in de voorbereiding van de vrouwenstaking bewust de deelname van ‘cisgendermannen’ weigert. De beste manier om vooroordelen over gelijkheid onder mannen te bestrijden, is door ze te betrekken in de voorbereiding van de staking, ze te sensibiliseren voor de vrouweneisen. Dit wordt het best gedaan door samen zij aan zij te strijden.
Strijden voor de emancipatie van de vrouwen uit de arbeidersklasse gaat eigenlijk gepaard met de ontvoogdingsstrijd als sociale klasse. De strijd tegen het patriarchaat gaat volgens ons hand in hand met de strijd tegen het kapitalisme. Vrouwen strijden niet om gelijke slechte werkomstandigheden als onze mannelijke collega’s te bekomen. We strijden daarom best samen om een einde te maken aan de precisering van de werk- en leefomstandigheden van iedereen. Het kapitalisme zullen we nooit kunnen onverwerpen zonder de gebundelde kracht van vrouwen en mannen. Zo ook moeten we het patriarchaat vellen in een strijd samen met mannen.
‘Gelijk loon voor gelijk werk’ is een eis die alle arbeiders en bedienden omvat. Het personeel van onderaannemingen, of ze nu man of vrouw zijn, verdienen meestal minder dan het personeel van het moederbedrijf. Diensten die werden geprivatiseerd betalen lagere lonen uit voor hetzelfde werk dan in de openbare diensten. Enkel door een gemeenschappelijke strijd van mannen en vrouwen, kunnen we zorgen voor de verwezenlijking van deze historisch eis van gelijk loon voor gelijk werk.
Ook wat de ongelijke verdeling van huishoudelijke taken betreft kiezen we niet voor een individuele of een familiale aanpak. Onze keuze gaat naar een gemeenschappelijke strijd voor de socialisering van de huishoudelijke taken, zodat mannen en vrouwen eindelijk hun beroeps- en privéleven kunnen verzoenen.
Symbolische staking of een echte algemene staking
Het ABVV heeft een interprofessionele stakingsaanzegging ingediend voor 8 maart. Dit betekent dat elkeen, mannen en vrouwen, die dag die wil staken ‘gedekt’ wordt door het ABVV en kan genieten van een stakingsvergoeding. De Franstalige bedienden van de Christelijke vakbond dienen geen stakingsaanzegging in maar steunen de actie wel. Op die manier kunnen er wel aanzeggingen worden ingediend per bedrijf.
Dit is goed, maar eerlijk gezegd is dit onvoldoende. De staking riskeert in deze omstandigheden vooral een symbolische staking te worden. Wat nodig is, is een echte 24-uren staking. Hiermee bedoelen we een echte algemene werkonderbreking van de productie in de kantoren, winkels, industrie, transport enz. Een staking waarmee de bazen en de regering voelen dat het menens is. Een staking in de eerste plaats van vrouwen natuurlijk maar met de actieve steun van zoveel mogelijk mannen. Er kan hier geen sprake zijn dat mannen het werk van vrouwen overnemen zoals dat verleden jaar in een Delhaize in Brussel het geval was. Een staking is een staking. Het werk overnemen van een staker is not done. De socialistsiche bonden op de UGent hebben in die zin een goed initiatief genomen met een gecombineerde staking van de schoonmaak, studentenresto's en kinderopvang op 9 maart. Dergelijke voorbeelden moeten veralgemeend worden. Slechts op deze manier kunnen we de weg opgaan van vrouwen– en klassenemancipatie.