Marie Frederiksen is een leidinggevend lid van Revolution, de Deense zusterorganisatie van Vonk-Révolution. Zij heeft een boek over Rosa Luxemburg gepubliceerd evenals een inleiding tot de brochure Marxisme en Feminisme. We interviewden haar over de belangrijke problemen bij de hedendaagse strijd tegen de onderdrukking van vrouwen.

Vonk: De laatste jaren hebben we wereldwijd een nieuwe opleving gezien van de vrouwenstrijd. Hoe verklaar je dat?

Marie: Dat maakt deel uit van een globaal proces van radicalisering in de maatschappij. Velen, vooral jongeren, beginnen te voelen dat er iets fundamenteel mis is. Dat leidt tot grote bewegingen zoals Black Lives Matter, de klimaatbeweging en ook revolutionaire bewegingen in veel landen vlak voor de uitbraak van Corona. Ik denk dat de vrouwenbewegingen hiervan deel uitmaken. Grote lagen van de maatschappij vinden hun plaats niet meer, voelen zich verdrukt en willen hun ketenen verbreken.

Wat zijn volgens jou de sterkten en de zwakten van deze bewegingen?

Deze bewegingen zijn zo massaal, miljoenen zijn erbij betrokken! Het zijn vooral mensen die voor de eerste keer in hun leven actie voeren en nu beginnen na te denken over hun leven en wat ze ermee willen aanvangen. Het is werkelijk inspirerend hoe grote delen van de bevolking ontwaken. De beweging start meestal rond één thema, maar zorgt ervoor dat de deelnemers zich beginnen te bezinnen over de bredere maatschappij en niet alleen over een specifieke problematiek. Miljoenen actievoerders worden zo geradicaliseerd en in de richting gestuwd van sterke revolutionaire ideeën.

De zwakte van deze bewegingen ligt in het ontbreken van een revolutionaire leiding. Daardoor is die leiding niet consequent en geeft ze toe aan de druk van rechts, van de liberale maatschappij en de burgerij. Zij zijn niet klaar om de nodige stappen te zetten om de bestaande maatschappij daadwerkelijk uit te dagen.

Feminisme is vaak de gemene deler van de ideeën achter deze bewegingen. Veel vrouwen en zelfs mannen die meedoen beschouwen zichzelf als feministen. Wat vindt u van het feminisme en hoe het zich verhoudt tot het marxisme?

Je moet een onderscheid maken tussen degenen die zich feminist noemen omdat ze een eind willen maken aan de onderdrukking van vrouwen en gelijkheid willen in de maatschappij. Dat zijn zeer gezonde doelstellingen, waar ik volledig achter sta. Maar ik heb grote kritiek op de theorieën die verkondigd worden in naam van het feminisme, vooral dan door de leiding van deze bewegingen. Als je die bestudeert, besef je hoe beperkt ze zijn. Ik kan begrijpen waarom ze mensen aantrekken: ze lijken zeer radicaal en kritisch tegenover de bestaande maatschappij. Maar als je ze nader bestudeert blijken deze theorieën ontoereikend en soms zelfs reactionair. Zij focussen op de individuele ervaringen en verdelen iedereen volgens het soort onderdrukking waaraan ze onderhevig zijn. In plaats van zoveel mogelijk te verenigen in een gezamenlijke strijd individualiseren ze, wat voor een beweging altijd rampzalig is. Het idee werd zelfs geopperd in sommige van de stakingen op vrouwendag 8 maart dat de mannen niet moesten meestaken. Wie ooit heeft deelgenomen aan een staking weet dat een staking waarbij de helft van het personeel op het werk blijft geen enkele zin heeft. Zo maak je van het mannelijke deel van het personeel stakingsbrekers.

Dus denk ik dat dergelijke feministische ideeën de beweging verzwakken in plaats van ze te versterken. Zelfs al noemen sommigen zich marxistische feministen denk ik dat de twee niet te verenigen zijn. Het gemeenschappelijke kenmerk van alle feministen is dat ze niet kijken naar de materiële basis van onderdrukking. Marxisten daarentegen onderzoeken de materiële omstandigheden die hebben geleid to de indrukking van vrouwen en vinden die bij het ontstaan van de klassenmaatschappij.

Die moeten we dus bevechten als we de bevrijding van de vrouw willen bekomen; vandaag betekent dat dus strijden tegen het kapitalisme. De strijd voor een klassenloze maatschappij kan enkel slagen met een eengemaakte arbeidersklasse, over alle verdeeldheid van gender, seksuele voorkeur, godsdienst, etnie en zo voort. Feministen focussen juist op die verdeeldheid en vinden dat essentieel. Voor ons is de essentiële tegenstelling in de maatschappij de klassentegenstelling. Je kunt zwarte, homosexuele en vrouwelijke arbeiders hebben, maar evengoed CEO’s. Maar als de klassenstrijd een hoogtepunt bereikt zul je zien dat de klassentegenstellingen door alle andere verdeeldheid in de maatschappij snijden. De zwarte CEO zal de kant van de kapitalisten kiezen en de zwarte arbeider die van de arbeidersklasse.

Het zelfde gaat op voor de vrouwen en voor alle andere scheidingslijnen in de maatschappij. In dit opzicht zijn marxisme en feminisme dus zeer verschillend, ook al zeggen ze beiden te vechten tegen onderdrukking. Marxisme is de enige ideologie die efficiënt kan strijden tegen onderdrukking. Als het einddoel van het feminisme zou worden bereikt, zou dat enkel betekenen dat er een meer evenredige verdeling zou komen, ook bij de onderdrukkers. De regering van Biden is een goed voorbeeld. Zij telt meer vrouwen, meer latino’s, meer zwarten, meer van alle onderdrukte groepen uit de maatschappij. Maar dat verandert niets aan de fundamentele aard van die regering. Wij willen komaf maken met elke vorm van onderdrukking. Wij willen geen onderdrukkers, geen kapitalisten meer, ook als ze vrouw, zwart of moslim zijn. Wij willen een maatschappij zonder klassen.

Veel activisten in de vrouwenbeweging zien het patriarchaat als de wortel van hun onderdrukking. Wat kun je hierover zeggen?

De manier waarop de onderdrukking van vrouwen is ontstaan is een zeer belangrijke kwestie. Iemand als Judith Butler (queer theorie) denkt dat er nooit een tijd is geweest zonder vrouwenonderdrukking, dat het inherent is aan de mannen om de vrouwen te onderdrukken. Maar als je naar de feiten kijkt, blijkt het helemaal niet waar te zijn dat vrouwenonderdrukking altijd bestaan heeft. Voor het grootste deel van het bestaan van de mensheid was er geen onderdrukking van de vrouwen. Er was wederzijds respect tussen de seksen en de vrouwen stonden hoog in aanzien. Alle ontdekkingen van de archeologie en de antropologie bevestigen dit. Maar op een zeker punt in de geschiedenis ontstond de onderdrukking van de vrouw. Ik zou iedereen het boek De oorsprong van de familie, de private eigendom en de staat (1884) van Friedrich Engels aanraden. Daarin wordt dit proces uitgelegd. Omdat het boek honderd jaar geleden is geschreven zijn sommige archeologische data achterhaald, maar de conclusies worden door recent onderzoek bevestigd. Engels legt uit hoe de onderdrukking van de vrouw is ontstaan samen met de klassenmaatschappij. Dit betekent dat het een historisch proces is, dat kan worden omgekeerd en dat niets te maken heeft met de biologische verschillen tussen man en vrouw.

Dit jaar zal er opnieuw een oproep tot staking zijn op 8 maart, vrouwendag. Hoe zie je deze staking en welk soort staking zou het volgens jou moeten zijn?

die oproep zal verschillen van land tot land en in Denemarken hebben wij niets van die aard. Maar ik weet dat in sommige landen, zoals Spanje wordt opgeroepen dat enkel vrouwen zouden staken en dat zij dat zouden doen zowel op de werkplaats als in het huisgezin. Beide ideeën zijn verkeerd. Dit is een manier om de arbeidersklasse te verdelen volgens sekse. De kapitalisten zijn de vijand, dus moet de staking gebeuren waar het hen pijn doet: in de productie. Ze moet aan hun winsten knagen. Op zich is het idee van een staking zeer goed en het feit dat dit zo’n momentum heeft gekregen wijst op de interessante revolutionaire tijden die wij meemaken.

Maar om de staking effectief te maken moet de volledige arbeidersklasse deelnemen, man en vrouw. Om effectief te strijden tegen de onderdrukking van vrouwen heb je ook mannen nodig. Het schaadt ook de belangen van mannelijke arbeiders als een heel deel van de werkende klasse -de vrouwen- minder betaald wordt. We moeten er ook voor opletten om gewoon maar elk jaar op 8 maart de zelfde oproep tot staking te doen, dat houdt zekere gevaren in. Gewoon hetzelfde elk jaar herhalen kan soms tot stagnering leiden. We hebben dat gezien in landen als Griekenland, waar zelfs dertig algemene stakingen niet het gewenste effect hadden.

De eerste staking op 8 maart was een grote stap vooruit. Maar als je hetzelfde gedurende 4-5 jaar herhaalt en er gebeurt niets, dan dreigt dit een lege demonstratie te worden. Een arbeider zal geneigd zijn een dagloon op te offeren door staking zonder vooruitzicht dat het ergens toe leidt, zeker vandaag niet als je voor een kleinigheid ontslagen kunt worden. Het is weer een kwestie van feministisch idealisme. Voor de leiders van de beweging gaat het om een symbool, je laat zien dat je boos bent. Maar voor degenen die meedoen is het geen kwestie van je woede tonen. Het is een kwestie van proberen iets te veranderen. Kapitalisten geven alleen toe als ze bang zijn voor de mogelijke gevolgen wanneer ze dat niet zouden doen. We moeten zeer voorzichtig zijn dat de staking niet alleen maar symbolisch wordt. Ik denk niet dat het zo zal gaan, want wij leven in de tijd van grote bewegingen, soms revolutionair en pre-revolutionair. Dat zal ook de aard van de stakingen van 8 maart ten goede komen.

Wat zeg je tegen de vrouwen die vandaag deelnemen aan al die bewegingen? Waarom zouden zij betrokken moeten zijn bij marxistische politiek?

Op een zeker ogenblik besef je dat je hebt deelgenomen aan zoveel stakingen, betogingen, optochten en meetings in verband met deze of gene interessante problematiek. En je komt tot de constatatie dat er niets fundamenteel veranderd is, dat het een eindeloze strijd is. Als je perspectief beperkt blijft tot dat enige thema eindig je vermoeid, pessimistisch en gefrustreerd. Je slaagt er niet in de wortels van het probleem te vinden en te bestrijden. De enige theorie die kan helpen om uit te leggen hoe de zaken er voor staan zoals ze zijn, om ze in hun context te zien en de methode te vinden om de wortels van het probleem aan te pakken is het marxisme. Het brengt je in staat om te begrijpen in welke richting de maatschappij evolueert. Aan de oppervlakte kan alles er dor en pessimistisch uitzien. Kijk naar Trump en Polen en al de slechte dingen die voorkomen in de wereld. En je ziet niet wat onder de oppervlakte aan de gang is: de boosheid, de radicalisering, al die lagen van de bevolking die wakker worden geschud; dat er ook reden voor optimisme is. Met het marxisme krijg je ook een gereedschap om dieper te kijken dan de oppervlakte van de gebeurtenissen. Het is het enige middel dat ik ken dat echt hulp biedt bij de bestrijding van onderdrukking. Als je onderdrukking wil bestrijden moet je dus marxist zijn.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken