Momenteel speelt in de bioscoop Super Size Me, een kritische documentaire van Morgan Spurlock over de fastfood-gigant McDonalds en konsoorten. Net zoals we dat ondertussen gewoon zijn van Michael Moore speelt Spurlock zelf de hoofdrol in zijn journalistieke film. Hij neemt zichzelf voor een maand aan een stuk enkel producten die bij McDonalds te koop zijn, naar binnen te werken.
Ontbijt, lunch en avondmaal moet hij bij McDonalds kopen en als men hem vraagt of hij ‘Super Size’ wil, moet hij instemmen. Dat zijn de regels die hij zichzelf oplegt bij dit experiment. Voor hij er aan begint laat hij zich door drie dokters onderzoeken. Hij blijkt kerngezond te zijn. Het verdere verloop van de film bestaat uit (vr)eetsessies bij de genoemde hamburgermultinational en bezoeken aan de dokter waarbij steeds vastgesteld wordt dat Spurlocks gezondheid dramatisch achteruitgaat. Voor het einde van de maand is onder andere zijn cholesterol alarmerend hoog, is hij meer dan tien kilo bijgekomen en vertoont hij het begin van levercirrose. Dit geheel van culinair sadomasochisme wordt doorkruist door interviewtjes en gesprekken met verschillende mensen zoals iemand van de McDonaldslobby, diëtisten, een advocaat die tegen McDonalds pleit, gewone klanten en fastfoodjunks. Af en toe gaat het ook over andere bedrijven die zeer vet en gesuikerd voedsel aan de man brengen.
Alles wordt op een amusante en grappige manier gebracht en het brede publiek kan zeker wat opsteken van deze film. Een aanrader voor wie een kritische noot met een kwinkslag weet te appreciëren. Anderzijds had deze film beslist nog een stuk interessanter kunnen zijn indien niet bijna uitsluitend aandacht besteed zou zijn aan het gezondheidsaspect van heel de zaak. Elementen in de film die het begin hadden kunnen zijn van een klassenanalyse van heel deze problematiek, worden niet uitgewerkt. Wel wordt onverbloemd aangetoond dat McDonalds en andere ‘voedsel’-giganten er een hele lobby op nahouden. Zo zijn ze er zeker van dat de heren en dames die het beleid bepalen al het mogelijke doen zodat deze sluipmoordenaars van de gastronomie ongestoord hun ding kunnen doen. Ze slagen erin massa’s winst te maken met het verkopen van verslavend en ongezond voedsel – zelfs de slaatjes bevatten suiker om een verslavend effect te creëren. Terzijde, in dat verband hoef je alvast geen illusies te koesteren dat het er enkel in de VS zo aan toe zou gaan. Enkele weken geleden lekte uit dat minister van Energie Mark Verwilgen in de beheerraad van een tabaksmultinational zetelt. Na wat gespeelde verontwaardiging was alles de volgende dag alweer vergeten.
Dat het vooral de onderste lagen van de maatschappij, de arbeidersklasse en verpauperde stedelingen zoals werklozen en daklozen zijn die het grootste slachtoffer vormen van de asociale en ronduit misdadige praktijken van deze fastfoodketens zou echter veel duidelijker kunnen blijken in de film. Er wordt uitgelegd dat McDonalds de kinderen – en via die weg het hele gezin – lokt met haar speeltuintjes, Ronald McDonald de clown of ‘happy meals’ met speelgoedjes erin. Er wordt ook gesteld dat de McDonaldsspeeltuin dikwijls de enige in de buurt is. Dat het hier over arme wijken gaat en waarom dat zo is, wordt dan weer niet uitgelegd. Detroit en bepaalde steden in de staat Texas blijken de absolute koploper qua overgewicht. De grote concentratie van industrie met z’n flexibiliteit, overlast, vervreemding en ook het verdwijnen van massa’s jobs in deze streken wordt spijtig genoeg evenmin in verband gebracht met de hoge consumptie van junkfood. Waarom er zelfs McDonalds in ziekenhuizen zijn of in vele openbare scholen enkel maaltijden van eenzelfde bedenkelijke kwaliteit te verkrijgen zijn, blijft eveneens een open vraag. Vooral wanneer er aangetoond wordt dat in een school die haar leerlingen wel gezonde voeding aanbiedt, dit een positief effect heeft op de studieresultaten.
Super Size Me zal hier in Europa waarschijnlijk niet zulke hoge toppen scheren als Bowling for Columbine. Toch verdient deze film zeker een plaats tussen de sociaal-kritische films zoals die van Michael Moore, Ken Loach of The Motorcycle Diaries die de laatste jaren in toenemende mate in de grote cinemazalen te zien zijn. Al is het maar als glimp van wat ons nog allemaal te wachten staat nu ook hier privatisering en het marktprincipe in toenemende mate elk segment van de maatschappij doordringt en klassenlijnen zich weer duidelijker beginnen af te tekenen.