Frans Masereel werd in 1889 geboren als telg van een bourgeoisgezin. Hij brengt zijn jeugd afwisselend door in Gent en in Blankenberge, waar de familie een villa bezit op de zeedijk. Hij doet niets liever dan tekenen, van alle andere vakken brengt hij weinig terecht. Hij wordt omschreven als “een erg verstrooide, ongedisciplineerde leerling”. Gelukkig brengt de Gentse Academie voor Schone Kunsten uitkomst. Hij volgt er lessen tekenen en etsen. De toenmalige directeur herkent zijn genialiteit: “Voor u is hier niets meer te leren, ga heen en ontdek de wereld!”
Radicaal pacifisme
Hij komt in 1910 in Parijs terecht en via Romain Rolland – een gevierd Frans schrijver die het geweten van Europa genoemd werd en die in 1915 de Nobelprijs voor Literatuur zou krijgen– vervoegt hij de pacifistische kunstenaars uit die tijd. Ze groeperen zich rond het blad La Feuille. Zij noemen zich ‘Internationalisten’ die de algemene vijand, het nationalisme, het grootkapitaal en de waanzin van de oorlog bevechten. Hij wordt door de Belgische staat als dienstweigeraar aangezien en hij moet vluchten naar Genève. Daar werkt hij aan zijn meest geëngageerde werk ‘25 images de la passion d’un homme’. In vijfentwintig houtsnedes vertelt hij het leven van een naamloze idealist: geboren als een onecht kind, uitgebuit als arbeider, maar gedreven door de ambitie om door zelfstudie inzicht in de oorzaken van de onderdrukking te verwerven, ten slotte als woordvoerder van het arbeidersprotest wegens ‘subversie’ ter dood veroordeeld en door een vuurpeleton geëxecuteerd. De revolutionaire boodschap is sterk gekleurd door zijn anarchistische maatschappijvisie: hij verwoordt het zelf als volgt: “Ik ben nooit en zal nooit een socialistische of communistische militant zijn, ik militeer in mijn werk”.
De voorloper van The Graphic Novel
Masereel zocht en vond een manier om de massa te bereiken: via de houtsnede, de eeuwenoude volkskunst van ‘hetprenten snijden’ en ‘prenten bekijken’. Hij sprak hun taal en wanneer we de illustraties van zijn beeldroman De Stad bekijken (zie afbeeldingen), dan zien we niet alleen een kunstenaar die als seismograaf zijn tijd registreerde, maar ook iemand die kon voorspellen wat ons te wachten staat. Het is moeilijk te geloven dat dit werk uit 1925 dateert.
Bekijken we de eerste afbeelding, dan valt onmiddellijk het beklemmende ervan op: de aanwezige letterzetters – het is een beeld van een uitgeverij – zitten allemaal in rijen, gebogen over hun werk, amper tijd en ruimte over om te ademen. De buitenwereld is één en al gebouwen en rook spuwende fabrieksschoorstenen, nergens een sprietje groen, of zonlicht te bespeuren! De tweede illustratie heeft een betoging als onderwerp: ook hier weer dezelfde omgeving: allemaal gebouwen en fabrieken. De straat is tjokvol gevuld met mensen, er kan er echt geen meer bij. Op de voorgrond, een rode vlag, helemaal achteraan nog eentje. De mannen, vrouwen en kinderen zien er doodmoe en ondervoed uit, maar toch marcheren ze door. De sfeer is verbeten en grimmig. Als toeschouwer hoop je dat ze bekomen waar ze voor vechten.
Illustraties 3 en 4 tonen op een schrijnende wijze de klassentegenstellingen. De burgerij feest er lustig op los, champagne à volonté, terwijl het arbeidersgezin in zijn benepen kamertje zit. Er is zelfs geen stoel voor het zoontje, hij zit op een houten krat.
Frans Masereel Fonds
Mark Braet, de Brugse dichter en toenmalig KP-verantwoordelijke, reist in 1969 speciaal naar Avignon om Frans Masereel te overtuigen zijn naam te geven aan de culturele vereniging van de Kommunistische Partij. Het lukt! Gelukkig maar schrijft Mark in zijn memoires, als ik met een ‘neen’ was teruggekomen, dan had ik zelf mijn treinticket moeten betalen! Vlak voor zijn dood verschijnt er nog een geïllustreerde uitgave van De Internationale, iets waar hij zeer trots op was.
Wie zijn werk in het echt wil bewonderen: in het ontmoetingscentrum De Nova – Schijfstraat 105, 2020 Antwerpen, hangt in de cafetaria een monumentale muurschildering van zijn hand.