Het leven en het werk van Victor Kibalchich (de latere Victor Serge) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In al zijn romans en verhalen brengt hij verslag uit over de politieke bewegingen waarin hij actief was en de historische gebeurtenissen waar hij deel van uit maakte. Zijn literair talent is zo groot en zijn pen zo scherp en accuraat dat we de Europese geschiedenis van het eerste deel van de 20e eeuw van op de eerste rij kunnen meemaken.
Het anarchisme als aantrekkingspool
Hij werd geboren in Brussel in 1890, als zoon van Russische revolutionaire immigranten. Via een groep Brusselse anarchistische jongeren raakte hij onder de invloed van de geschriften van Kropotkin en Libertad. Hij verhuisde naar Parijs, vond er werk als handenarbeider en hielp bij de uitgave van het blad “L’Anarchie”. Over die tijd schreef hij het volgende: “We werden helemaal weggeblazen door de ideeën van het anarchisme, het betekende alles voor ons, vroeg ook alles van ons. Woord én daad vielen samen. Niets anders telde nog!”
In 1911 had Jules Bonnot, een radicale anarchist, in Parijs een gewapende bende gevormd. Victor Serge was helemaal niet akkoord met hun handelswijze “Jullie zijn losgeslagen idioten” maar omdat hij de politie niet wilde helpen werd hij als medeplichtige veroordeeld tot 5 jaar gevangenschap.
De Russische revolutie
Victor Serge voorzag bij het uitbreken van WOI reeds vlug dat de oorlog in Rusland onvermijdelijk zou leiden tot een revolutie. “Een tsarendom dat zo achterlijk is, met zijn pogroms, zijn terechtstellingen, zijn hongersnoden, zijn Siberische gevangenissen kan onmogelijk een oorlog overleven!”. Hij popelde om te vertrekken en in 1919 was het dan zo ver. Het was een complete shock. Het land was er verschrikkelijk aan toe, Rusland werd belaagd door 19 vreemde legers en er was een tekort aan zowat alles. Hij schreef er later een boek over “Year one of the Russian Revolution”.
Als voormalig anarchist sloot hij zich aan bij de Bolsjevieken. “Zelfs als er maar één kans op honderd is dat de revolutie en de omvorming van de maatschappij tot een arbeidersdemocratie slaagt, toch moeten we die kans grijpen!”. Aanvankelijk werkte hij als secretaris voor de schrijver Maxim Gorki, daarna voor de persdienst van de Communistische Internationale. Als uitgesproken criticus van Stalin kwam hij al vlug in de problemen.
De Linkse Oppositie
Hij vervoegde de rangen van de Linkse Oppositie, waar toen ook Trotsky en Kollontai deel van uitmaakten. Hij werd in 1928 uit de KP gegooid, verdween in de gevangenis en werd verbannen naar de Oeral. Het is enkel dankzij internationale protesten dat hij uiteindelijk levend en wel Rusland kon verlaten in 1936. Hij kreeg een visum voor België (hem bezorgd door Emile Vandevelde), reisde onmiddellijk naar Frankrijk en sloot zich daar aan bij het verzet tegen het fascisme. Hij kon, net voor de inval van de Duitsers op tijd ontkomen naar Mexico waar hij in 1947 stierf.
Meesterwerken
Het beste boek over het leven onder Stalin is ongetwijfeld “De aanslag op kameraad Toelajev”, door velen beschouwd als Victor Serge’s meesterwerk. Het verhaal is opgevat als een detectiveroman: op een koude winteravond wordt een hoge functionaris vermoord op straat. De zoektocht naar de dader kan beginnen. Het brengt ons naar alle uithoeken van de wereld, verbindt alle verdachten met elkaar, die maar één ding gemeen hebben: hun onschuld. De auteur beschrijft hoe niemand nog veilig is, ook diegenen die het vroeger voor het zeggen hadden, vrezen nu voor hun leven. De verschillende verhalen onthullen Stalin’s zuiveringen en beschrijven de show processen tot in de afschuwelijkste details. Maar nog meer beklijvend dan de evocatie van een allesomvattende terreur is het vermogen van de auteur om het enthousiasme en de bevlogenheid van de begindagen van de revolutie tot leven te brengen. De periode toen ze nog niet gekaapt was door de “logical lunatics” – zoals Victor de Stalinisten heel toepasselijk omschrijft.
“De jaren zonder genade” wordt beschouwd als het politieke testament van Victor Serge, het was ook het laatste wat hij schreef. In het eerste deel, gesitueerd in het vooroorlogse Parijs, is agent D het hoofdpersonage. Hij is een gedesillusioneerde revolutionair en voormalig geheim agent die wil breken met de KP en maar al te goed beseft wat de consequenties hiervan zijn.”Net zoals een goochelaar zich op zijn trukendoos verlaat, geloofde D. in geheimen, codes, slinkse manoevers, stilte en maskers. Tezelfdertijd wist hij dat geheimen verkocht worden, codes gekraakt, stiltes gebroken en maskers méér verraden dan gezichten…” In deel twee volgen we Daria, een vriendin van D, tijdens het beleg van Leningrad. Het derde deel brengt ons naar Duitsland, aan de vooravond van de ineenstorting van Hitler’s rijk. Deel vier eindigt in Mexico, waar D. en Daria elkaar terug ontmoeten.
Victor Serge beschouwde zichzelf in de eerste plaats als een auteur, hij wou schrijven, getuigen, de waarheid vertellen vooraleer het te laat was. Zijn stijl is navenant: gedreven, alle woorden gulpen er uit, hij heeft geen tijd te verliezen. Weinig schrijvers zijn er zoals hij in geslaagd een accurate beschrijving van de geschiedenis te combineren met een levendige stijl. Dat maakt zijn werk, jaren na datum, nog steeds heel erg leesbaar.
“De autobandieten” Twintigste Jaarboek Anarchisme 181/182, zomer 2013; “De aanslag op kameraad Toelajev” Victor Serge- Meulenhoff 1975; “De jaren zonder genade” Victor Serge- Meulenhoff 1975