Een boek met de sticker “Binnenkort verboden in Amerika?” wekt gegarandeerd de interesse op. De staat Arkansas heeft zopas een wetsvoorstel ingediend om “De geschiedenis van het Amerikaanse volk” van Howard Zinn (1922-2010) te schrappen als leerboek geschiedenis in de openbare scholen. De auteur verklaarde bij de eerste uitgave in 1980: “Ik heb geprobeerd de geschiedenis te schrijven die het ware gelaat toont van de machthebbers en respectvol omgaat met het verzet van de gewone man.” Tot op heden zijn er zo’n 2 miljoen exemplaren van verkocht, wat zeer uitzonderlijk is voor een historisch handboek. De schrijver actualiseerde zijn boek in 2007 en herschreef het laatste hoofdstuk. Het is deze vertaling die door Epo heruitgegeven is. Het is een kanjer van 887 bladzijden, maar laat je hierdoor niet afschrikken. Het is méér dan leesbaar, zelfs spannend geschreven en je valt van de ene verbazing in de andere door de ongewone insteek van het verhaal. Het gaat om de geschiedenis van de klassenstrijd in Amerika en daar weten we helaas! veel te weinig over.
Gebouwd op een zee van bloed
Howard Zinn rekent vakkundig af met de grote Amerikaanse mythes. Te beginnen met de ontdekking door Columbus – toen hij in 1494 voet aan wal zette telde het gebied 3 miljoen inwoners, in 1508 schoten er nog 60 000 over, geveld door oorlog, slavernij en ziekte. Tot zover de “beschaving” die de Europeanen brachten!
De eerste Amerikaanse kolonisten hadden arbeidskrachten nodig om tabak te telen. De goedkoopste oplossing was het invoeren van zwarte slaven. Vanaf 1637 werden miljoenen zwarten als slaaf naar Amerika gebracht. Slechts éen op drie overleefde de overtocht maar de gigantische winsten waren het enige wat telde.
Toen de illustere “Founding Fathers” na de onafhankelijkheidsoorlog tegen Engeland de nieuwe grondwet opstelden was die op maat gemaakt van de blanke eigenaars en ondernemers. Hun privileges werden behouden en de toegevingen waren beperkt tot die rechten en vrijheden die strikt noodzakelijk waren om voldoende volkssteun op te leveren. Heel toepasselijk luidt het voorwoord: “Wij, het volk van de Verenigde Staten….” om de indruk te wekken dat de nieuwe regering het gehele volk vertegenwoordigde!
Franklin Roosevelt, toen onderminister van Marine schreef bij de deelname aan de eerste wereldoorlog aan een vriend:” Dit moet absoluut onder ons blijven, maar een overzees avontuur tegen een buitenlandse vijand kan de opstandige energie die nu verloren gaat in stakingen en protesten zeker in goede banen leiden!”
Het waren vooral de grote ondernemingen die winst maakten tijdens en na WOII. Minister van Buitenlandse Handel Cordell Hull zei in 1946: “Door onze grote economische sterkte zullen wij de leiding krijgen bij de uitbouw van nieuwe internationale relaties. Dat kan onze bedrijven enkel ten goede komen.”
Tijdens de periode van de burgerrechtenbeweging voerde de regering een tweesporenbeleid: toegevingen doen via het Congres maar tegelijkertijd de meest militante zwarte groepen aanvallen en vernietigen. Tussen 1956 en 1971 zette de FBI een groots programma van contraspionage op: er werden acties ondernemen tegen 295 zwarte groeperingen.
En de onderkant van de samenleving?
Bij al dit geïnstitutionaliseerd geweld en onderdrukking is het zeer hoopvol dat er zoveel verzet gepleegd werd en nog steeds wordt. Howard Zinn geeft er honderden voorbeelden van, de éen nog sprekender dan de ander.
De fabrieksarbeiders van Lynn verenigen zich vanaf 1830 en geven een strijdbaar blad uit “Awl”. Hierin lezen we in 1844, vier jaar voor het Communistisch Manifest: “De maatschappelijke opsplitsing in productieve en niet productieve klassen en de ongelijke verdeling van waren brengt ons bij het onderscheid tussen kapitaal en arbeid….. Kapitaal en arbeid staan lijnrecht tegenover elkaar”
In 1877 ontstaat de Socialist Labor Party. Het is een kleine partij, maar zeer populair bij de immigrantenvakbonden. Een greep uit hun manifest: “Net als in het verleden zal de bevoorrechte klasse ook nu geen afstand doen van hun rechten, we moeten ze daartoe dwingen…..”
In 1905 wordt de overkoepelende vakbond IWW (industrial workers of the world) opgericht. Een 40tal organisaties sluiten zich aan en in 1924 hebben ze meer dan 100 000 leden. Ze richten zich niet enkel op loononderhandelingen maar ook op acties en politieke strijd. Iedereen mag lid worden, ongeacht ras of sekse, wat uitzonderlijk was in die tijd. Eugene Debs, spoorwegarbeider, is in 1911 presidentskandidaat en behaalt als socialist bijna één miljoen stemmen. Bij een geheim FBI - onderzoek in 1970 blijkt dat 43% van de jonge zwarten met de Black Panthers sympathiseerden.
Wat met de toekomst?
Howard Zinn heeft het niet hoog op met verkiezingen. Het enige wat ze volgens hem doen is de aandacht afleiden. “Het is van weinig belang wie er in het Witte Huis zetelt” zegt hij “wat er nodig is zijn sit-ins, protestmarsen, het organiseren van de zwakkeren. De geschiedenis blijft zoals altijd, een wedstrijd tussen twee deelnemers die naar de toekomst hollen. De ene is schitterend uitgedost, de ander loopt er in lompen bij, maar is erg bezield. Het is aan ons om aan die strijd deel te nemen of enkel toe te kijken. We moeten wel beseffen dat de keuze die we maken het resultaat kan bepalen!!!”.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Howard Zinn “Geschiedenis van het Amerikaanse volk” Uitgeverij Epo 2017