De Russische revolutie viert dit jaar haar honderdste verjaardag. Arbeiders, boeren en soldaten kwamen op straat voor brood, land en vrede. Van februari tot oktober 1917 was Rusland het toneel van een machtsstrijd die de geschiedenis zou bepalen. In het heetst van de strijd werden tal van actoren voorbijgestreefd door de evenementen. Enkel wie zijn rol op voorhand duidelijk gedefinieerd had kon winnend uit deze bitsige confrontatie komen. In tijden van revolutie komen alle onderliggende spanningen aan de oppervlakte. De opgestapelde woede en frustraties van de massa’s komen naar boven. Ze beslissen, na eeuwen van onderdrukking, om hun lot in eigen handen te nemen. Enkel wie bereid is om de aspiraties van de massa’s politiek uit te drukken krijgt de kans om de macht te grijpen. De rest wordt weggeveegd door de menigte, alsof nooit bestaan hebben. Dat is de kracht van een revolutie.
‘Welke vorm zal de Russische revolutie aannemen?’ was de vraag die alle Russische revolutionairen jaren op voorhand trachtten te beantwoorden. De conclusies die de Bolsjewieken en Mensjewieken hieruit trokken beslisten het hele verloop van de Russische arbeidersbeweging. Vooraleer de verschillen uit te leggen, zal ik een schets geven van de situatie van Rusland voor de revolutie.
Rusland was in een transitie van het feodale naar het kapitalistische productiesysteem. Een transitie is per definitie een overgang, bijgevolg waren kenmerken van zowel het feodalisme als het kapitalisme terug te vinden in Rusland. Deze elementen smolten samen en vormden een unieke combinatie. De fusie van feodale en kapitalistische elementen gaf aanleiding tot nieuwe, onstabiele vormen. Ook de sociale relaties waren onderhevig aan deze wet met de nodige revolutionaire opstanden ten gevolge.
Rusland, economisch en cultureel achterlijk in vergelijking met de meest ontwikkelde Westerse landen, was verplicht door de internationale concurrentie om bepaalde elementen over te nemen. Het voordeel van achtergestelde landen is dat ze niet alle fases van evolutie moeten meemaken, ze kunnen direct stappen overslaan. Het warm water dient niet altijd heruitgevonden te worden. Dat gebeurt echter slechts in enkele gebieden, in andere blijft een achtergesteld land gewoon …..achtergesteld. Zo was dat ook in Rusland. Het investeren in moderne fabrieken, voornamelijk door buitenlands kapitaal, zorgde voor de opkomst van een moderne Russische arbeidersklasse en tegelijkertijd voor een zwakke Russische burgerij die gebonden was aan buitenlands kapitaal. De Russische revolutie van 1917 zou deze zwakte pijnlijk blootleggen. Op het platteland bleef Rusland in het begin van de 20ste eeuw vastzitten in 17e-eeuwse omstandigheden, in de semi-feodaliteit. Een vooruitstrevende moderne arbeidersklasse en boeren in archaïsche omstandigheden waren de hoofdrolspelers in de strijd tegen het Tsaristisch absolutisme en de liberale burgerij.
Burgerlijke revolutie of socialistische revolutie?
Marxisten geloofden dat de Socialistische revolutie eerst zou plaatsvinden in de meest geïndustrialiseerde landen. Met andere woorden: landen waar het kapitalisme al volledig ingeburgerd was. Rusland, zoals gezegd, had haar feodaal verleden nog niet volledig afgeschud. De komende revolutie moest logischerwijs burgerlijk van aard zijn: de feodale restanten wegwerken. Als men zo redeneert heeft men slechts een mechanistische visie op het marxisme. Zowel de bolsjewieken als de mensjewieken maakten zich hieraan schuldig. De interventie van Lenin in april 1917 maakte hier komaf mee en was het verschil tussen de Februari- en de Oktoberrevolutie. De mensjewieken en de bolsjewieken (voor april 1917) geloofden beiden dat de revolutie burgerlijk van aard was, maar schreven wel een verschillende rol toe aan de arbeidersklasse. Voor de mensjewieken moest de arbeidersklasse zich onderwerpen aan de liberale burgerij. Een vriendschappelijke duw in de rug indien noodzakelijk was toegelaten, maar de arbeidersklasse mocht zeker niet te hard duwen wilden ze de liberale burgerij niet tot vijand maken. Hun zachte aanpak leidde tot de desillusie van de arbeiders en boeren in de mensjewieken.
Zonder de bolsjewieken die de expressie waren van de arbeiders en boeren die de goede richting uitgingen had Rusland zich niet uit de tegenstellingen van de Februari-revolutie kunnen ontworstelen met een pijnlijke nederlaag als gevolg. Onafhankelijkheid van de arbeidersklasse ten opzichte van de liberale burgerij was de boodschap. De partij van Lenin was tot de conclusie gekomen dat de liberale burgerij, gebonden aan buitenlands kapitaal en binnenlandse belangen, veel te zwak was om haar eigen revolutie tot een goed einde te brengen. De burgerlijke revolutie moest dus tegen de wil van de liberale burgerij doorgevoerd worden. Het was de taak van de arbeidersklasse om in alliantie met de boeren de restanten van het feodalisme weg te werken, en zo een democratisch kader te bouwen waarin de strijd voor het socialisme mogelijk was. De Bolsjewieken keken verder dan Rusland, hun visie was internationalistisch. Lenin geloofde dat de revolutie in Rusland een aanzet zou zijn voor socialistische revoluties in het Westen. En op hun beurt zouden deze Westerse revoluties een de nieuwe Russische revolutie, deze keer een socialistische, doen ontvlammen. In de wil om een socialistische maatschappij te bouwen lag het verschil tussen de Mensjewieken en Bolsjewieken.
Leon Trotsky, in die periode nog niet bij de Bolsjewieken, had een gelijkaardig standpunt. Enkele nuances waren weliswaar aanwezig. Nuances die in een periode van revolutie een beslissend karakter aannemen en bepalend zijn voor het eindresultaat. Trotsky was ervan overtuigd dat de particulariteit van Rusland, de combinatie van feodale en kapitalistische elementen, de Russische arbeidersklasse in alliantie met de boeren verplichtte om de revolutie een socialistisch karakter te geven wilden ze de meest gematigde eisen verwezenlijken: land, vrede en brood.
De boerenkwestie, land aan de boeren, was een taak die historisch gezien door de burgerij doorgevoerd werd. Doordat de Russische burgerij te laat op het historisch toneel verscheen was haar progressieve kant al verdwenen, enkel het conservatisme bleef over. Haar verstrengeling met de grootgrondbezitters zorgde ervoor dat ze het land niet aan de boeren wilden geven. Haar inmenging met buitenlands kapitaal zorgde ervoor dat ze geen einde wilden brengen aan de imperialistische wereldoorlog. Kan je van een klasse, die belang had bij het toenmalige systeem, verwachten dat ze een progressieve rol speelden in de vervanging ervan? De enige klasse, in staat om het systeem omver te werpen en de basis te leggen voor een nieuwe wereld, was de arbeidersklasse. Dat komt door haar specifieke rol in het productieproces. Wilden ze niet tegen dezelfde limieten botsen als de liberale burgerij dan was het noodzakelijk om de productiemiddelen te socialiseren. Bevrijding van het imperialisme, en bijgevolg de oorlog, was slechts mogelijk door zich te bevrijden van de eigen kapitalisten. Het oplossen van de agrarische problemen was slechts mogelijk indien de grootgrondbezitters alle macht werd ontnomen…
De socialistische revolutie was dus de enige mogelijke oplossing voor de eeuwenlange opgestapelde problemen van de Russische bevolking. Het concept van de permanente revolutie heeft hier haar eerste betekenis: het vervloeien van de burgerlijke revolutie in een socialistische revolutie. Trotsky waarschuwde, ook vanuit een internationalistische optiek, dat de Russische revolutie gevolgd moest worden door revolutie in het Westen. De tweede betekenis van de permanente revolutie: de socialistische transformatie van de hele wereld. Wanneer dat niet gebeurde - helaas weten we nu dat het zo verliep - dan zou de Russische revolutie degenereren en later in puin vallen. Hoe correct waren deze voorspellingen… Geschreven begin 20ste eeuw, jaren voor de Russische revolutie. De geschiedenis heeft Trotksy’s visie (vanaf april 1917 ook die van Lenin) punt voor punt gelijk gegeven.