Inhoudsopgave

3. De conferenties van Zimmerwald en Stockholm

De conferentie van Zimmerwald

Met veel moeite en geduld probeerden de weinige overgebleven socialistische internationalisten contact met elkaar te zoeken. Italië en Zwitserland waren twee landen die niet in de oorlog waren betrokken (nog niet in het geval van Italië). De partijen uit die landen probeerden de gebroken socialistische internationale tot leven te wekken, de oude kameraden uit de oorlogvoerende partijen weer samen te brengen. Zij namen daarvoor contact op met het internationaal socialistisch bureau, maar botsten daar op Emile Vandervelde, die alle plannen in die zin bot van de hand wees. Hierdoor wijs geworden zochten zij daarna meer contact met de kleine groepen die in de verschillende landen in oppositie kwamen tegen het chauvinistische eenheidsdenken. Lenin speelde er gretig op in en hielp mee om de eerste conferentie van Zimmerwald te organiseren. In dat kleine Zwitserse dorp kwamen 38 oppositionele socialisten samen uit verschillende oorlogvoerende landen uit de twee kampen, net als sommige uit neutrale landen zoals Nederland en Zwitserland. De vergaderingen gingen door van 5 tot 8 september 1915. Dit is het manifest van Zimmerwald:

Zimmerwald-manifest (8 september 1915)

Aan de arbeiders van Europa!

De oorlog is nu al meer dan een jaar aan de gang. Miljoenen doden liggen op de slagvelden, miljoenen zijn voor het leven gehandicapt. Europa is veranderd in één gigantisch slachthuis. Alle wetenschap, het werk van vele generaties, staat ten dienste van de vernietiging. De wreedste barbaarsheid triomfeert over alles waar de mensheid voorheen trots op was.

Wie er ook moge verantwoordelijk zijn voor het uitbreken van deze oorlog, één ding is zeker: de oorlog die deze chaos heeft teweeggebracht is het gevolg van het imperialisme. Elke kapitalistische klasse van elk land wil zijn winsthonger stillen door de uitbuiting van de menselijke arbeid en de natuurlijke rijkdommen.

De naties die economisch achterop zijn of politiek verzwakt dreigen onderworpen te worden door de grote mogendheden, die de wereldkaart met zweet en bloed willen veranderen, in overeenstemming met hun eigen belangen. Gehele volkeren en landen zoals België, Polen, de Balkan en Armenië worden geheel of gedeeltelijk bedreigd met annexatie en gebruikt als pasmunt in de onderhandelingen voor compensatie.

Naarmate de oorlog vordert worden haar drijvende krachten zichtbaarder. Stukje bij beetje valt de sluier die de werkelijke betekenis van deze catastrofe verborg. In elk land beweren de kapitalisten, die de oorlogswinsten uit het bloed van de mensen wringen, dat de oorlog gevoerd wordt voor redenen van nationale veiligheid, democratie en de bevrijding van onderdrukte volkeren. Zij liegen.

In werkelijkheid zijn zij reeds bezig om de vrijheden van hun eigen volk, samen met de onafhankelijkheid van andere landen, te begraven op de velden van vernietiging. Nieuwe boeien, nieuwe ketenen en nieuw onrecht zijn in het leven geroepen en de arbeiders van alle landen, zowel van de overwinnaars als van de verliezers, zullen ze moeten ondergaan. De beschaving op een hoger peil brengen was zogezegd de bedoeling bij het begin van de oorlog: de resultaten vandaag zijn ellende en ontbering, werkloosheid en armoede, honger en ziektes.

De kosten van de oorlog zullen voor tientallen jaren afgewenteld worden op de bevolking, de sociale hervormingen zullen gevaar lopen en elke stap op het pad naar de vooruitgang zal bemoeilijkt worden.

Intellectuele en morele troosteloosheid, economische rampen, politieke reactie – dat zijn de zegeningen van deze verschrikkelijke strijd tussen de naties.

De oorlog toont het naakte gelaat van het kapitalisme op zo’n manier dat het niet alleen onverenigbaar is met de belangen van de arbeidersklasse, of met de historische ontwikkeling maar zelfs met de primaire voorwaarden voor het menselijk bestaan.

De heersende klassen van de kapitalistische maatschappij, in wiens handen de toekomst van de landen lag, de Koninklijke en republikeinse regeringen, de geheime diplomatie, de werkgeversorganisaties, de partijen van de middenklasse, de kapitalistische pers, de kerk – al deze krachten zijn ten volle verantwoordelijk voor deze oorlog, die het product is van de sociale orde die hen onderhoudt en beschermt en voor hun belangen optreedt.

Arbeiders!

Onderdrukten, beroofd van jullie rechten, verachten – jullie werden erkend als broeders en kameraden bij het uitbreken van de oorlog vooraleer jullie gedwongen werden te marcheren naar het slachtveld en de dood. En nu, wanneer het militarisme jullie kreupel gemaakt heeft, jullie verscheurde, verlaagde en vernietigde, vragen de heersers jullie om niet meer op te komen voor jullie belangen, betrachtingen of idealen – in één woord vragen ze een slaafse onderwerping aan “het nationaal belang”. Ze hebben jullie belet om uiting te geven aan jullie denkbeelden, gevoelens en pijn; ze laten niet toe dat jullie opkomen voor jullie eisen en er voor vechten. De pers is gemuilkorfd, politieke rechten en vrijheden zijn onbestaande – dat is vandaag de militaire dictatuur die regeert met ijzeren hand.

We kunnen en mogen niet langer passief blijven bij een toestand die een bedreiging is voor de toekomst van Europa en de mensheid. De socialistische arbeidersklasse heeft het militarisme tientallen jaren bestreden. Haar vertegenwoordigers in de nationale en internationale conferenties hebben zichzelf met toenemende bezorgdheid bekommerd om het oorlogsgevaar, het resultaat van een imperialisme dat alsmaar bedreigender werd. In Stuttgart, Kopenhagen, en Bazel hebben de Internationale socialistische congressen steeds het pad getoond dat de arbeiders moesten volgen.

Maar, de socialistische partijen en arbeidersorganisaties, die dit pad hebben uitgetekend hebben sinds het uitbreken van de oorlog de verplichtingen die dit met zich meebracht genegeerd. De vertegenwoordigers van de arbeidersklasse hebben hen opgeroepen de klassenstrijd, de enige mogelijke en effectieve manier om zichzelf te emanciperen, op te schorten. Zij hebben de oorlogskredieten van de heersende klassen gestemd die de oorlog mogelijk maakte. Zij hebben zichzelf beschikbaar gesteld voor hun regeringen voor de meest uiteenlopende taken. Zij hebben via hun pers en hun gezanten geprobeerd om de neutrale landen te overtuigen van de juistheid van de regeringspolitiek van respectieve landen. Zij hebben socialistische ministers geleverd aan hun regering als gijzelaars bij de naleving van de nationale eenheid, en hebben zichzelf zo medeverantwoordelijk gemaakt voor deze oorlog, zijn doelen en zijn methoden. En net zoals de socialistische partijen elk afzonderlijk in gebreke bleven, zo faalde ook de vertegenwoordiging van de socialisten van alle landen: het internationaal socialistisch bureau.

Deze feiten verklaren waarom de internationale arbeidersbeweging, zelfs toen delen ervan niet ten prooi vielen aan de nationale paniek die uitbrak in de eerste periode van de oorlog, of zich er boven stelden, er niet in slaagde, zelfs vandaag niet in het tweede jaar van de slachting, om tegelijkertijd in alle landen een actieve strijd voor vrede te lanceren.

In deze ontoelaatbare situatie zijn we vandaag bijeengekomen, wij vertegenwoordigers van socialistische partijen, vakbonden, of minderheden van deze organisaties. Wij, Duitsers, Fransen, Italianen, Russen, Polen, Letten, Roemenen, Bulgaren, Zweden, Noren, Nederlanders en Zwitsers, verdedigen het standpunt niet van nationale solidariteit met de uitgebuite klasse, maar van internationale solidariteit met de arbeiders en hun strijd. We zijn samengekomen om de gebroken banden van internationale relaties te herstellen en de arbeidersklasse op te roepen zich te reorganiseren en de strijd voor vrede te beginnen.

Deze strijd is tevens de strijd voor vrijheid, voor broederlijkheid tussen de landen en voor socialisme. De taak is om van dit gevecht voor vrede een vrede zonder annexaties en schadevergoedingen te maken. Zo’n vrede is enkel maar mogelijk wanneer elke verkrachting van rechten en vrijheden van welk land ook wordt veroordeeld. Er mag geen gedwongen aanhechting zijn van gehele of gedeeltelijk bezette landen. Geen annexaties, noch open noch verdoken, geen gedwongen economische eenheid, die nog erger gemaakt wordt door de onderdrukking van politieke rechten. Het recht van elk land om zijn eigen regering te kiezen moet het onwrikbaar fundamenteel principe zijn van internationale relaties.

Georganiseerde arbeiders!

Sinds het uitbreken van de oorlog hebben jullie je energie, je moed en je standvastigheid ten dienste gesteld van de heersende klassen. Jullie taak is nu om dit alles, door middel van de onvervangbare klassenstrijd, voor je eigen zaak te benutten, voor de heilige doelen van het socialisme, voor de bevrijding van de onderdrukte landen en de geknechte klassen.

Het is de plicht van de socialisten van de oorlogvoerende landen om deze strijd met al hun kracht te beginnen. Het is de plicht van de socialisten van de neutrale landen om met alle mogelijke middelen hun broeders te helpen in dit gevecht tegen de bloedige barbarij.

Nooit eerder in de geschiedenis is er zo’n dringende, nobele en sublieme taak geweest. De vervulling ervan moet ons gemeenschappelijk werk zijn. Geen offer is te groot, geen last te zwaar om dit doel te bereiken: vrede tussen alle landen.

Werkende mannen en vrouwen! Moeders en vaders! Weduwen en wezen! Gewonden en kreupelen! Aan iedereen die lijdt door de oorlog en ten gevolge van de oorlog, schreeuwen we over alle grenzen, over de smeulende slachtvelden, over de in puin geschoten steden en gehuchten:

Arbeiders van alle landen, verenigt u

In naam van de internationale socialistische conferentie:
Voor de Duitse delegatie: George Ledebour, Adolph Hoffman
Voor de Franse delegatie: A.Merrheim, Bourderon
Voor de Italiaanse delegatie: G.E.Modigijani, Consanino Lazzari
Voor de Russische delegatie: N.Lenin, Paul Axeirod, M.Bobrov
Voor de Poolse delegatie: St.Lapinski, A.Warski, Cz(Jacob)Hanecki
Voor de Inter-Balkan socialistische federatie: G.Rakovsky, Vasil Kolaro
Voor de Zweedse en Noorse delegatie: Z.Hoglund, Ture Nerman
Voor de Nederlandse delegatie: H.Roland-Holst
Voor de Zwitserse delegatie: Robert Grimm
September 1915

Twee verklaringen bij het manifest van Zimmerwald

I

De ondergetekenden verklaren als volgt:

Het manifest dat aanvaard werd door de conferentie geeft ons geen volledige genoegdoening. Het doet geen duidelijke uitspraak over openlijk opportunisme of het opportunisme dat zich verstopt achter radicale frasen. Het opportunisme dat niet enkel de voornaamste oorzaak is van het ineenstorten van de Internationale, maar dat ernaar streeft om deze ineenstorting te bestendigen. Het manifest bevat geen duidelijke uitspraken over de manier waarop het gevecht tegen de oorlog moet gevoerd worden.

We zullen blijven verkondigen, zoals we tot nog toe deden, in het socialistische pers en op internationale meetings, dat er een duidelijke marxistische visie moet komen ten aanzien van de taken waarmee het imperialisme het proletariaat confronteert.

We hebben voor het manifest gestemd omdat we het beschouwen als een oproep tot de strijd en in deze strijd zijn we meer dan bereid om samen met de andere secties van de Internationale op te trekken.

We vragen dat deze verklaring bij de officiële stukken wordt gevoegd:

Getekend: Lenin, Zinoviev, Radek, Nerman, Hoglund, Winter.

II[6]

In zover de aanvaarding van ons amendement (van het manifest) die de stemming vraagt over de oorlogskredieten het succes van deze conferentie zou ondermijnen, trekken we onder protest dit amendement terug en beschouwen we de verklaring van Ledebour in de commissie in die zin dat het manifest reeds alles bevat wat in ons voorstel stond.[7]

______

Het valt u misschien op dat dit manifest een stuk waziger en wolliger is dan hetgeen Lenin en Trotski in de vorige teksten schreven. De reden is dat het een compromistekst is. Al vlug bleek dat de meeste aanwezigen wel bereid waren om zich uit te spreken tegen de oorlog, voor het internationalisme en de klassenstrijd, maar daar niet de volledige consequenties durfden uit trekken. Die consequenties waren volgens Lenin de breuk met tweede internationale en de oprichting van een nieuwe Internationale. Lange tijd hadden reformisten en revolutionairen samen geleefd in de tweede internationale. De breuklijn die er gekomen was in de oorlog, het volkomen verraad aan alle vroegere principes door de overgrote meerderheid van de vroegere leiding maakte volgens hem een definitieve scheiding nodig. Op dat moment waren dat echter ideeën die weinigen hardop durfden uitspreken. Bij stemming werden de motie van Lenin zelfs niet aanvaard als basis van discussie. Veel van de aanwezigen waren nog niet bereid directe kritiek te geven op de sociaaldemocratische organisaties van hun land, laat staan er mee te breken. Uiteindelijk schreven Trotski en Grim deze compromistekst. Lenin slaagde er in zijn belangrijkste bezwaren te laten opnemen via de aanvullende verklaring.

Ondanks deze beperkingen en ondanks het extreem lage aantal aanwezigen slaagde de Zimmerwald beweging die hieruit ontstond er in om socialisten uit de verschillende oorlogvoerende landen nieuwe hoop te geven. Het betekende een sprankel licht voor alle socialisten die zich verzetten tegen de duisternis van de oorlog en de klassencollaboratie.

De Zimmerwald conferentie kreeg een vervolg in april 1916 in Kienthal, waar ongeveer de zelfde standpunten aan bod kwamen. Dit maal waren er 44 afgevaardigden.

Camille Huysmans liet zich bijzonder laatdunkend uit over de “lieden” van Zimmerwald: “vrijbuiters zonder troepen!” zegde hij. Toch was het éen van Huysmans’ bedoelingen toen hij zich in december 1915 te Den Haag vestigde om vanuit deze plaats de groeiende Zimmerwald beweging beter het hoofd te bieden. Hij doet dat ook om de Belgische socialisten in Nederland in het oog te houden, zoals we verder zullen zien. Dat ging beter vanuit het neutrale Nederland dat van de oorlog gespaard bleef. Het Internationaal Socialistisch Bureau kreeg vanaf dat ogenblik een voornamelijk Nederlandse samenstelling. Niet dat er enige daadkracht uitging van dat bureau, het diende vooral om mist te spuien en te beletten dat de oorlogvoering ook maar iets in de weg werd gelegd, zoals we zullen zien in de volgende paragraaf over de conferentie van Stockholm.

De conferentie van Stockholm

In 1917 begon de oorlogsmoeheid overal toe te slaan. In alle landen ontwikkelden zich een voorzichtige linkerzijde binnen de sociaaldemocratische partijen: de SFIO minderheid in Frankrijk, de USPD in Duitsland, de Independent Labour Party en de UDC in Groot-Brittannië, de PSI in Italië. Zij ijverden voor een heropstart van de tweede internationale met de bedoeling een vredesplan uit te werken. Zij kregen daarbij de steun van de partijen uit neutrale landen als Nederland en Zweden. In Rusland was de Tsaar afgezet door de Februari-revolutie. Het internationaal Bureau van de tweede Internationale, onder leiding van Huysmans besliste om zich in Stockholm te vestigen vanaf 15 april 1917. Eén van de redenen was waarschijnlijk dat ze daar dichter waren bij Rusland, waar ondertussen de februari-revolutie had plaatsgevonden en waar de Tsaar was afgezet. Het project om een grote “conferentie van Stockholm” op te zetten, waar sociaaldemocratische partijen uit beide oorlogvoerende kampen zouden samenkomen scheen vorm te krijgen.

Op 12 mei kreeg het Internationaal Socialistisch Bureau bezoek van Vandervelde, de voorzitter die er samen met de Man met veel respect werd ontvangen. Zij maakten een tussenstop in Stockholm op weg naar Sint Petersburg, waar zij de Russen wilden overtuigen om de oorlog onverminderd voort te zetten. Vandervelde maakte duidelijk dat er volgens hem en volgens de Belgische regering geen sprake van kon zijn om samen te vergaderen met de socialisten uit het vijandige kamp. Hij maakte wel geen bezwaar dat delegaties afzonderlijk een bezoek zouden brengen aan het bureau in Stockholm. Zo gebeurde. Ettelijke delegaties kwamen de drie maanden nadien naar Stockholm om hun standpunt duidelijk te maken. Echter geen delegaties uit Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië.

Eind mei kwam er een voorstel van de Russische mensjewieken en sociaalrevolutionairen, die ondertussen vertegenwoordigd waren in de voorlopige regering, voor een vrede zonder annexaties en schadevergoedingen.

Op 22 juli verzond Camille Huysmans, als secretaris van het bureau uitnodigingen naar alle socialistische partijen van Europa en de Verenigde Staten om samen te komen in Stockholm. De afgevaardigden werden echter een paspoort geweigerd, eerst door president Wilson van de Verenigde Staten, daarna gevolgd door de Franse, Britse en Italiaanse regeringen. Hierop werd de conferentie “uitgesteld”. Dit is de verklaring die werd uitgebracht naar aanleiding van deze gebeurtenis:

Gezamenlijke socialistische verklaring van Stockholm (1917)

(Gezamenlijke socialistische verklaring naar aanleiding van de weigering om paspoorten uit te reiken, 9 september 1917)

De conferentie van Stockholm, waartoe werd opgeroepen door de afgevaardigden van de Russische arbeiders-en soldatenraden om de basis van democratische en duurzame vrede te bediscussiëren en te formuleren is uitgesteld. Dat komt omdat de regeringen van Italië, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten geweigerd hebben om paspoorten uit te reiken aan de delegaties. De voornaamste verantwoordelijkheid hiervoor berust bij de Amerikaanse regering.

Op de bijeenkomst van de geallieerden in Parijs werd de oppositie tegen de conferentie van Stockholm aangevoerd door Italië, met Baron Sonnino als woordvoerder. Frankrijk stemde ook neen, alhoewel het gekend was dat Petrograd het project gunstig gezind was. De Russische afgevaardigde nam niet deel aan de stemming. Engeland toonde zich bereid om de Labour afgevaardigden toe te laten om te vertrekken naar Stockholm.

Bleef over de Amerikaanse regering, die in praktijk de beslissende stem had. De Amerikaanse regering stemde nee. Wij begrijpen de manier van handelen niet van president Wilson. Wanneer hij, in december 1916, in de senaat de volkeren van de wereld toesprak over een democratische vrede, steunden de socialisten en de arbeidersorganisaties in Europa hem met al hun kracht.

In al Wilson’s publieke tussenkomsten heeft hij volkomen duidelijk gemaakt dat het voornaamste obstakel voor vrede tussen Duitsland en Amerika de Duitse autocratie is en dat de Amerikaanse doelstelling in de oorlog erin bestaat om de Duitse regering te democratiseren.

De conferentie van Stockholm is de beste en misschien de enige mogelijkheid voor de vertegenwoordigers van de bevolking van de geallieerden om duidelijk te maken aan de Duitse massa’s onder welke voorwaarden vrede mogelijk is. En toch weigert president Wilson de afgevaardigden van de Amerikaanse socialistische en arbeiders-groepen toelating om naar Stockholm te komen.

De Volkeren van de wereld zijn ziek van de oorlog, welke politiek hun regeringen ook nuttig vinden om te voeren.

In de uitnodiging voor de conferentie van Stockholm en haar aanvaarding door de democratische en economische groepen in alle oorlogvoerende landen kan de eerste handeling zien van de internationale massa’s, bewust worden van de kolossale vergissing van de oorlog zonder einde en de overtuiging dat de regering zal te beurt vallen aan de sociaaldemocratie.

In gans dit boek hebben we enkel teksten gepubliceerd die door de revolutionaire vleugel van het internationaal socialisme werden geschreven. Dat is niet omdat we bang zijn van een tegensprekelijk debat, maar in de eerste plaats omdat we onze lezers kwaliteit willen geven. Niet alleen waren de teksten van de “sociaalchauvinisten”, zowel als die van de “sociaal-pacifisten” zeldzaam, ze waren ook van een bedenkelijke kwaliteit. Maar voor éen keer maken we toch een uitzondering, al was het maar om het contrast te tonen. Wat een stroperige tekst! Wat een kruiperigheid. De Amerikaanse president Woodrow Wilson was de enige wereldleider die zich had uitgesproken voor een vrede zonder annexaties. Als éen blok vielen die zogezegde “leiders” van de internationale arbeidersbeweging aan zijn voeten. Zij waren bereid verregaande diplomatieke inspan-ningen te voeren ten dienste van hem en hun respectieve regeringen. Toen die zelfde Wilson die “steun” zonder scrupules afwees was het enige wat zij konden doen wenen en jammeren. De achterliggende reden was natuurlijk dat de Verenigde Staten op 7 april 1917 de oorlog hadden verklaard aan Duitsland en in het kamp van de geallieerden waren getreden. Een veroordeling van de voormalige vredesduif tot nieuwe oorlogsstoker kon er zelfs niet van af. Of is de laatste paragraaf een lichte dreiging met socialistische revolutie? Dan zou het toch wel in een zeer verbloemde vorm zijn. Het zal waarschijnlijk enkel bedoeld zijn om de morrende thuisbasis koest te houden. Natuurlijk kwam het ook niet op bij die brave heren om de afgevaardigden voor hun conferentie clandestien naar Stockholm te brengen. Stel je voor, dat is illegaal! En gevaarlijk! Het is de typische geesteshouding van dat soort elementen die zich een positie hebben weten te verwerven in de leiding van de arbeidersbeweging maar qua psychologie door en door kleinburgerlijk zijn. Een kleinburger kan soms wel eens veel lawaai maken, gebruikt doorgaans veel verheven principes, maar volgt in alle cruciale omstandigheden slaafs de échte burgerij: de grootkapitalisten en hun politieke vertegenwoordigers. In plaats van een eigen onafhankelijke politiek te ontwikkelen zoeken zij desnoods naar de kapitalistische leider die “het meest democratisch is” en steunen hem. Als ze dan verraden worden zijn ze compleet het noorden kwijt. Dit was de gevoerde politiek van de Russische mensjewieken in 1917. Deze ‘twee stadia theorie’(eerst de burgerlijke-democratische revolutie pas veel later de socialistische) en de ‘steun aan de progressieve burgerij’ zal later worden verdergezet onder het stalinisme. Met deze “theorie” zijn veel revoluties de nek omgewrongen, vooral in de koloniale wereld. Een onafhan-kelijke politiek van de arbeidersklasse is de énige manier om tot en socialistische maatschappij te komen en zelfs om op een efficiënte manier de belangen van de arbeiders te verdedigen onder het kapitalisme.

Laat ons eens een andere manier geven om naar het gebeuren te kijken. De kapitalistische regeringen kan men zien als roverhoofdmannen, in een verbeten strijd gewikkeld om de (wereld)buit te verdelen. Eén roverhoofdman (Wilson en de VS) vond het verstandig om niet aan het gevecht deel te nemen en zijn tegenstanders elkaar zo veel mogelijk te laten afmatten. Dat werd natuurlijk uitgelegd met grote principes zoals democratie en rechtvaardigheid. Het leverde hem applaus van alle “progressieven” en pacifisten. Maar op het moment dat het gevecht op zijn einde begon te lopen, toen moest beslist worden hoe de buit werd verdeeld kon deze roverhoofdman niet langer aan de kant blijven. Hij trad resoluut zelf in het strijdperk om niets van de buit mis te lopen. De brave progressieven die hem voordien steunden had hij maar gebruikt als nuttige idioten. Nu schoof hij die steun hooghartig ter zijde. Ze zouden hem toch maar lastig vallen met hun “morele principes”.

Terug naar Stockholm. Wat gebeurde er na deze pijnlijke mislukking? Niets. Het zelfde oeverloos gepalaver met nog minder enthousiasme. Dan kwam de Oktoberrevolutie in Rusland en daarna de vrede van Brest-Litovsk , die de oorlog effectief beëindigde op het Duits-Russische front. Dat betekende het definitieve einde van de “conferentie van Stockholm”. De rechterzijde van de sociaaldemocratische partijen die soms degenen hadden getolereerd die naar Stockholm wilden gaan, vezen de vijs opnieuw aan en kozen onverbloemd de kant van hun eigen burgerij in de oorlog. Bovendien voerden zij natuurlijk campagne tegen de “ondemocratische” machtsovername van de bolsjewieken in Rusland. Op het moment van de waarheid toonde de “gematigde linkerzijde” zich totaal impotent, een fenomeen dat trouwens van alle tijden is.

Op een vreemde manier vinden sommigen in de socialistische partijen nog altijd dat de conferentie van Stockholm, die nooit plaats vond een zeer lovenswaardig initiatief was. Met name Huysmans wordt door sommigen daardoor gerekend bij de linkse pacifisten. Niets is minder waar. “Stockholm” was een gigantisch rook-gordijn dat er tot zekere hoogte in slaagde om de groeiende opstandigheid bij de Europese bevolking in “veilige” banen (veilig voor het kapitaal) te leiden. Of de protagonisten van die klucht daarbij gewoon naïef waren of bewust hun basis bedrogen in dienst van de leidende klasse is in feite een probleem van ondergeschikt belang.

Voetnoten

[6] Deze tweede verklaring werd ondertekend door Roland Holst en Trotsky, de groep die een resolutie van Links had ingediend.

[7] Er moet gezegd worden dat Ledebour een ultimatum stelde: hij vroeg de intrekking van het amendement of hij zou weigeren het manifest te ondertekenen (noot van de uitgever).