Met de regelmaat van de klok komen liberaal geïnspireerde politieke partijen op de proppen met plannen voor een hervorming van ons belastingstelsel. Het liefst van al zouden onze blauwe beleidsmakers de (grote) ondernemingen zo goed als belastingvrij en gespaard van ‘hoge’ loonkosten zien. Meestal heet het zeer populistisch dat maatregelen op dat vlak de economie en dus de werkgelegenheid zullen aanzwengelen. De naakte cijfers bewijzen echter het tegendeel.
De N-VA en haar relanceplan
Nadat Jean-Marie Dedecker al eens naar de gunst van de kiezer had gedongen met zijn vlaktaks (één enkel belastingtarief voor iedereen), probeert Bart De Wever vandaag de Belgische werkende bevolking te charmeren met ‘een hoger nettoloon’ via een vermindering van de sociale lasten. Om een economische relance te creëren wil de N-VA bovendien de btw optrekken van 21 procent naar 22 procent en de vennootschapsbelasting verlagen van 33,99 procent naar 21 procent.
Hoewel de (grote) bedrijven in de praktijk nu al bijlange geen 33,99 procent ophoesten (zie verder), wordt dit laatste voorstel uiteraard toegejuicht door het patronaat, en in het bijzonder door Voka, de grote chef van de N-VA. Heel waarschijnlijk lopen echter ook nogal wat werkers warm voor het plan vanwege een uitzicht op meer netto-inkomen.
De adder onder het gras
Wat de Vlaamse partijleider netjes stil tracht te houden, is dat:
- een vermindering van de sociale bijdragen een regelrechte aanval betekent op de sociale zekerheidsfinanciën (waarop dezelfde werkers een beroep moeten doen als ze werkloos zijn, of ziek, of gepensioneerd);
- een optrekking van de btw een onrechtvaardige maatregel is, want er wordt geen rekening gehouden met de financiële draagkracht van de consumenten (iedereen betaalt immers hetzelfde hogere bedrag);
- een belangrijk deel van het verhoogde nettoloon zal moeten worden gespendeerd aan de betaling van een hoger btw-tarief;
- een verlaging van de vennootschapsbelasting alweer een zeer mooi cadeau zou betekenen voor de bedrijven. Door de vele fiscale aftrekken, subsidies (o.m. voor de betaling van de lonen) en kortingen bedraagt het gemiddelde effectief betaalde tarief vandaag immers nauwelijks 11,8 procent.
De zwakste schouders dragen letterlijk en figuurlijk de zwaarste lasten!
Van de 103 miljard euro die de Belgische staat aan inkomsten ontving in 2010, werd 80 procent bijgedragen door de personenbelasting (dus vooral door inkomsten uit arbeid, btw en accijnzen) en slechts ± 14 procent via belastingen op kapitaal en vermogen.
In werkelijkheid betaalden werkers met een jaarlijks inkomen van 34.330 euro 50 procent belastingen, de 50 grootste bedrijven op hun winsten slechts… 1,04 procent. Dankzij fiscale spitstechnologie, waaronder een optimaal gebruik van de notionele interestaftrek, ‘schonk’ ArcelorMittal van de 1,3 miljard euro winst… 496 euro (u leest het goed!), aan 's lands thesaurie. Als dank voor zoveel Belgische barmhartigheid besloot de staalgigant de warme lijn in Luik te sluiten!
De invoering van de notionele interest in 2006 werd aan de bevolking verkocht als een noodzakelijke maatregel om de werkgelegenheid veilig te stellen. In ruil voor het fiscale cadeau moesten de ondernemingen immers bijkomend personeel aanwerven. ArcelorMittal en talloze andere bedrijven met een fraaie winstrealisatie lapten deze verplichting echter aan hun laars. En de Belgische staat? Die ontliep miljarden aan inkomsten en won talrijke werklozen.
Vermogensbelasting… de ultieme remedie?
Uiteraard zeggen we als socialisten ja aan een belastinghervorming die de fiscale druk rechtvaardiger verdeelt. Uiteraard kanten we ons niet tegen een vermogensbelasting.
Niettemin leert enkele eeuwen kapitalistische praktijk ons dat reformistische maatregelen binnen het systeem in wezen zeer weinig tot niets veranderen. De bezittende klasse vindt altijd wel een sluipweg om te ontsnappen aan wat ze volgens de wet behoort te doen. Het politieke establishment legt haar daarbij geen strobreed in de weg, integendeel.
De ultieme remedie voor een eerlijke verdeling van de rijkdom? Omverwerping van het huidige systeem door de uitbouw van een socialistische samenleving!
Bronnen cijfermateriaal: ABVV en PVDA+