In juli besloot de Beweging voor Sociale Vernieuwing rond Patsy Sörensen naar de gemeenteraadsverkiezingen te trekken samen met Vivant, het partijtje van zakenman Henri Duchâtelet, dat tijdens de parlementsverkiezingen in het nieuws kwam omdat zij de belasting op de arbeid wensen af te schaffen en een basisinkomen willen invoeren voor iedereen.
Aan dit ontnuchterende slot van de BSV-saga gaat een erg bewogen verhaal vooraf. Historisch stamt de BSV eigenlijk af van “De Rode Wig”, een poging om in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 de linkerzijde te organiseren in de SP. Patsy Sörensen verleende haar steun aan dit project, maar gaf het ook de doodsteek door de SP de rug toe te keren.
Volgde een periode van een electorale alliantie met Agalev, waarin de BSV de groene partij electoraal rijk maakte: de roodgroene Agalev-BSV combinatie slaagde erin het aantal zetels in de gemeenteraad van 4 op 7 te brengen. Al snel werd de BSV het intern oneens over het al dan niet toetreden tot de coalitie. De tegenstanders van de coalitie konden niet de discipline opbrengen om voor hun eigen legitieme visie te blijven strijden binnen de BSV en splitsten zich nog maar eens af.
Begin dit jaar raakte de BSV in conflict met Agalev omdat de groene partij, euforisch over de verkiezingsuitslag van 1999, het nut niet meer inzag tot een herhaling van de arm-in-arm operatie met de BSV. De wijze waarop Agalev dit deed gebeurde op een laag-bij-de-grondse manier. De bedoeling was té duidelijk: BSV als beweging elimineren d.w.z. incorporeren in Agalev en Patsy Sörensen behouden als stemmenkanon...
Ere wie ere toekomt: Patsy had het zich in deze episode veel makkelijker kunnen maken door eieren voor haar geld te kiezen. Zij bleef echter dwarsliggen tegenover Agalev en streed voor het behoud van haar beweging en de waardevolle mensen die zij telt.
Vonk heeft in deze “crisisperiode” samen met een aantal medestanders in de SP gepleit voor een brede linkse alliantie rond de socialistische partij, waarbij de BSV haar eigenheid zou kunnen behouden. De emotionaliteit bij BSV én de kortzichtigheid bij de SP, die hier een kans miste om ter linkerzijde het initiatief opnieuw naar zich toe te trekken, maakte deze constructie onmogelijk.
Vonk waarschuwde toen al dat BSV niet in staat zou zijn alléén op te komen in de verkiezingen. Deze onmogelijkheid en de strijd voor het naakte overleven (de Beweging kon zich moeilijk veroorloven in één klap al haar lokale mandatarissen te verliezen), dreef de BSV in de slotfase in de armen van politiek avonturier Duchâtelet. Maar daarmee verlaat de BSV de linkerzijde en wordt de beweging irrelevant voor iedereen die blijft vechten voor een socialistisch alternatief in België. Alle huidige speculaties binnen de BSV over het vermeende linkse karakter van Vivant verhullen niet dat deze partij qua sociaal-economisch programma tot de liberale strekking behoort. Eigenlijk is Vivant niet meer dan een links-liberale variant op het steeds terugkerende fenomeen van de “belastingpartij”...
In een peiling naar het “kiespotentieel” van de diverse Antwerpse partijen, uitgevoerd door Gazet Van Antwerpen in 1998, vallen twee dingen op. Het totale kiespotentieel (het aantal mensen dat zich kan voorstellen om ooit onder bepaalde voorwaarden voor een lijst te stemmen, minus het aantal mensen dat er een aversie voor heeft) voor partijen die zich duidelijk als links profileerden lag zeer hoog. Het potentieel van Vivant lag het laagst van allemaal...
Misschien zal de naambekendheid van Patsy gekoppeld aan het geld van Duchâtelet voldoende zijn om het doodgeboren Vivant toch wat leven in te blazen. Maar wat hebben we daar nog aan?