Het veelbelovende charmeoffensief van Laken is op een sisser afgelopen. Net goed. Vergelijk de massahysterie veertig jaar geleden bij het huwelijk van Prins Albert en Paola met de lauwe bedoening rond de middeleeuwse ‘Blijde Intreden’ van Filip en Mathilde. De meest recente in Luik lokte enkel bijeengetrommelde schoolkinderen op straat. Kinderarbeid, bah. En op de dag van het huwelijk was Brussel een spookstad. De gratis treinen zorgden enkel voor een overrompeling van de kust, Antwerpen en de Ardennen. Albert en Paola lokten destijds tienduizenden op straat. En vergeet trouwens niet dat geen kat in België er destijds aan dacht dat Albert ooit op de troon zou belanden, in tegenstelling tot kroonprins Filip. Nu ja, misschien verklaart dat wel het verschil in enthousiasme.
Maar goed, laten we ernstig blijven. Het circus rond het huwelijk was een bewuste zet van Laken, hierbij gesteund door de regering, om het Koningshuis op te krikken. Waarom? Omdat de politici zelf koningsgezind zijn? In de talrijke talkshows die het huwelijk voorafgingen, verklaarden allen (Vande Lanotte, Eyskens, Martens, Schiltz ) unaniem dat ze ‘verstandelijk gezien’ republikein waren, maar niet in België. België had de monarchie nodig om één te blijven. Met andere woorden: zij, de professionele politici, zagen wel de noodzaak van de eenheid van België in, maar laat de kiezer beslissen en het land ligt uiteen. Nee, ‘het volk’ is te dom en heeft een symbolische Koning nodig om uiting te geven aan de eenheid van het land. Terwijl in feite de politici zélf het land uiteendrijven en de overgrote meerderheid in Vlaanderen en Wallonië (en alle Brusselaars) tegen separatisme zijn.
Maar is de Koning enkel maar een symbool om het Koninkrijk bijeen te houden? Heeft de Koning geen enkele macht? De waarheid is dat de Koning veel meer macht heeft dan algemeen wordt aangenomen, en dat het establishment hem gebruikt als laatste redmiddel om de bestaande belangen te verdedigen. Het laatste staaltje hiervan hebben we gezien tijdens de Witte Beweging. De Koning repte zich langs de kant van ‘het volk’, verhief zich boven de klassen en machten, gaf de politici en rechters een veeg uit de pan en haalde hiermee voor een groot stuk de lont uit het vuur. Zijn sneren naar de politieke wereld werden daar overigens niet in dank aangenomen. Want ondanks de scheiding der machten, heeft Laken er altijd een eigen agenda op nagehouden. Het Koningshuis is overigens meer dan de figuur van de Koning (chance eigenlijk, gezien de notoire intelligentie van de Saksen-Coburgs, een traditie die Filip met volle verve zal weten verder te zetten). De Koning is omringd door machtige ambtenaren wiens belangrijkste rol erin bestaat het establishment (en dan nog het meest conservatieve deel ervan) door dik en dun te verdedigen.
Sinds het ontstaan van België heeft er altijd een belangrijk spanningsveld bestaan tussen het Koningshuis enerzijds, en de regering anderzijds. De monarchie zelf was al een twistpunt in 1830 tussen de katholieke conservatieven en de liberalen. Er kwam een compromis uit de bus, waarbij de macht van de Koning – zeker voor die tijd – sterk aan banden werd gelegd. Leopold I was daar zeker niet gelukkig mee, en regelmatig ontstonden er bevoegdheidsconflicten tussen de vorst en de regering. Ook Leopold II hield er een eigen agenda op na (bvb zijn Congopolitiek of liever Congopogrom). Tijdens WO1 stonden Albert en de regering in ballingschap lijnrecht tegenover elkaar, en Albert had geluk dat hij aan de goede kant stond van de loopgrachten; of we hadden twee Koningskwesties gekend. Leopold III bracht door zijn collaboratiepolitiek het land tot de rand van een burgeroorlog. De toenmalige socialistische voormannen (Spaak, Van Acker) slaagden erin de monarchie te redden. Aan het hoofd van de massabetogingen tegen Leopold liepen socialistische leiders met grote portretten van de verongelukte (populaire) Koningin Astrid, de toenmalige Lady Di van België. Leopold moest gaan, niet de instelling. Die kwam op de schouders terecht van de jonge Boudewijn, die het grootste deel van zijn heerschappij in de coulissen bleef en vooral diende voor het opsmukken van koekendozen van oude dames. Alleen in de laatste tien jaar van zijn leven groeide de rol van de monarchie en trad Boudewijn steeds vaker op het voorplan. Deze evolutie ging niet toevallig hand in hand met het federaliseringproces en later ook met de opkomst van het Blok.
Na de dood van Boudewijn werd Filip te licht bevonden om de taak over te nemen, dus schoof Dehaene – leep als hij is – Albert naar voor (zie Suske en Wiske: de Koning drinkt). Kreeg Laken de kans aan imagebuilding te doen voor Filip ("Ik heb ze zelf gekozen"). Spijtig genoeg kan je Filip nu eenmaal niet alleen laten. Zodra hij uit eigen beweging iets zegt, valt hij door de mand. Het contrast met de fotogenieke Mathilde (Dankoewel), die alle aandacht krijgt, is zo scherp, dat het gouden huwelijk de Prins geen deugd heeft gedaan. Zelfs de media spelen hierop in, want ze moeten nu eenmaal kranten en tijdschriften verkopen.
Maar ernstig nu. Belangrijk is dat de Belgen niet in de val zijn getrapt. De belangstelling voor het Koningshuis is vergelijkbaar met die voor Home and Away, alleen moeten we er ons van bewust zijn dat bij sociale crisissen Laken een ander deuntje zingt dan de tearjerker van Eric Clapton, gezongen door Raymond. Dan gaat de vorst pal achter zijn volk staan, en aait over de rug op zoek naar een plaatsje om een dolk in te planten.