In deze sociaal turbulente tijden wordt er al wel eens een pamflet verspreid en/of een spandoek ontplooid waarin de werkgever op de korrel wordt genomen. De vraag is natuurlijk hoever men hierin kan gaan.

Laster en eerroof

In 2008 werd een militant van de PVDA voor de correctionele rechter gebracht o.a. omdat hij opruiende pamfletten had verspreid aan de poort van een scheikundig bedrijf in de Antwerpse haven. Tegen hem werden zes maanden gevangenisstraf geëist en een geldboete van 1100 euro wegens laster en eerroof.

De werkgever was weliswaar beschuldigd geworden van loondiefstal, een voormalig bestuurder werd in verband gebracht met een criminele bende enzovoort, maar de rechtbank verwierp toch de beschuldiging. Ze stelde als principe voorop dat het in een democratische samenleving aanvaardbaar is dat bij een debat over thema’s die de samenleving beroeren een scherpere taal wordt gebruikt in zoverre er geen kwaadwillig opzet is om te belasteren of te beledigen. De grenzen van de aanvaardbare kritiek is ruimer te interpreteren ten opzichte van een onderneming dan ten opzichte van private personen (sic).

Het gezond verstand heeft dus gesproken.

Wanneer op een spandoek staat: “directie = dieven”, dan weet iedereen dat dit figuurlijk bedoeld is. Ook overdrijven mag, maar met mate. Een leuze als “kapitalisten aan de galg” moet kunnen, maar het oproepen om de directie te vermoorden, kan uiteraard niet door de beugel.

Wanneer de pamflettist een buitenstaander is, kan alleen de strafrechter tussenkomen. Vaak zijn het echter werknemers van de onderneming zelf die kritiek uiten. Dan beschikt de werkgever over een extra troef, namelijk het ontslag om dringende reden.

Aguilera Jiminez

Een ontslag wegens kritiek door syndicalisten is het voorwerp geweest van de zaak Aguilera Jiminez die op 8 december jl. voor het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) behandeld is geworden.

Aguilera en een aantal kameraden hadden problemen met hun Spaanse werkgever en richtten daarom een vakbond op. Deze publiceerde een maandblad waarin de HR-directeur op een weinig flatterende manier werd voorgesteld. Tevens werden enkele kritische artikelen gepubliceerd. Eén droeg als titel: “Wie zijn gat verhuurt, schijt niet wanneer hij wil”. Als reactie hierop werden een aantal vakbondsleden ontslagen. Dit werd aangevochten voor de Spaanse rechtbanken. Omdat het ontslag echter gehandhaafd bleef, werd een vordering ingesteld voor het EHRM wegens schending van artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) en van artikel 11 EVRM  (vrijheid van vereniging en dus ook van vakvereniging).

Normaliter interpreteert het Hof de rechten zeer breed (dus in het voordeel van de burger). In casu was dit niet het geval. De nationale rechters werden gevolgd en het Hof besloot dus dat de vrijheid van meningsuiting niet was geschonden. Ook werd niet bewezen geacht dat de werknemers omwille van hun syndicale overtuiging aan de deur werden gezet.

Een rechter van het Europese Hof was het niet eens met de uitspraak en formuleerde een dissidente opinie. Zij merkt op dat er een verschil bestaat tussen journalisten die beroepsmatig publiceren en vakbondsleden. Deze laatsten opereren in een volledig andere context. De afvallige rechter merkte ook op dat de sanctie waarschijnlijk disproportioneel is. Misschien had men ook voor andere minder verregaande disciplinaire maatregelen kunnen opteren.

Het gevaar

Eventueel kan deze zaak nog naar de Grote Kamer van het EHRM worden verwezen. Het is echter weinig waarschijnlijk dat een kleine vakbond over voldoende middelen beschikt om dit te doen.

Als we ervan uitgaan dat dit arrest definitief is, is de kans groot dat het als munitie zal gebruikt worden door advocatenkantoren om de werknemers te muilkorven. Misschien moet men dan maar ondergronds publiceren: samizdat anno 2010.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken