Als uitmuntende leerlingen van de neoliberale klas achten de Franse president Sarkozy en de Duitse bondskanselier Merkel het nodig om te overleggen over een 'beter' economisch beleid in de Eurozone. Als bij toeval denken zij daarbij onder meer aan een algemene verhoging van de pensioenleeftijd, een strakke beperking van de overheidsschuld én… een verbod op de automatische indexering van de lonen. Hun werkdocument ter zake draagt de beloftevolle titel “Pact voor het concurrentievermogen”. We zien de bui al hangen: het werkvolk mag voor het olijke duo verder op zijn kin kloppen.
Oom Nicolas en tante Angela kunnen alvast rekenen op overtuigde supporters bij het Belgische patronaat, bij de liberale partijen en, hoewel de heer Quaden het niet zo wil doen overkomen, bij de top van de Nationale Bank van België.
Belgische patroons en Nationale Bank van België: één front!
Tijdens de recente onderhandelingen over een nieuw interprofessioneel akkoord lag de loonindexering trouwens andermaal onder vuur. En alles wijst er op dat de patroons, indien niet vandaag, dan toch morgen aan de koopkracht van de loontrekkenden en sociale uitkeringsgerechtigden gaan prutsen als er geen stevig syndicaal verzet komt.
De aanvallen op de Belgische (relatieve) vrijwaring van de koopkracht – samen met Portugal zijn wij het enige Europese land met een automatische loonindexering – zijn echter niet nieuw.
Foute hervormingen
Reeds in 1993 greep de toenmalige regering Dehaene grondig in de levensduurte-binding van de lonen in door de gezondheidsindex in te voeren. Brandstof, tabak en alcohol telden niet meer mee voor de uitgavenstaat van de gezinnen, m.a.w. sindsdien worden prijsstijgingen voor een pint bier, een pakje sigaretten en een tankbeurt niet meer doorgerekend in onze lonen (lees: we verliezen koopkracht).
Vandaag liggen de energieprijzen onder vuur. Omdat ze in ons land te snel stijgen, willen het patronaat én de Nationale Bank (dank u vadertje staat!) ze uit de index. Dat bedrijven verder woekerwinsten binnenrijven op de kap van de werkmens, raakt hun koude kleren niet.
Shell: 1,9 miljoen euro per uur gedurende het laatste kwartaal om maar één voorbeeld te noemen.
De bankgroep BNP Paribas tekende in 2010 ei zo na een recordwinst op van 7,8 miljard euro.
Arcelor Mittal: 2,9 miljard dollar winst (bijna een vertwintigvoudiging van 2009).
Bovendien zorgde een andere hervorming voor een vertragend effect in de compensatie omwille van de zogenaamde afgevlakte index (men neemt het gemiddelde van de laatste vier maanden als basis).
De index en de indexeringsmechanismen zijn dus zeker niet ideaal.
Neoliberale hypocrisie
Verder is de redenering van de Nationale Bank op zijn minst gezegd merkwaardig en allesbehalve logisch. Enerzijds poneert de heer Quaden dat er van de afschaffing van de index geen sprake kan zijn, maar anderzijds wil hij een aanpassing ervan, want als de energieprijzen stijgen, neemt de inflatie in ons land te snel toe. Excuseer?! Als alle producten die duurder worden uit de index worden geschrapt en alle producten waarvan de prijzen dalen, er in blijven, dan is er van een koopkrachtcompensatie van de levensduurte voor de lonen en sociale uitkeringen geen sprake meer, integendeel.
Een echte koopkrachtcompensatie is nodig!
Voor veel mensen die leven van een loon of sociale uitkering is het leven nu al veel te duur. Wie voedingsproducten zoals brood en groente koopt, wie energie- en huurprijzen moet betalen, ziet het geld in zijn/haar portemonnee onmiddellijk gevoelig slinken.
Doordat de prijzen van levensnoodzakelijke goederen zoals voeding en energie nu minder wegen in de index dan bijvoorbeeld producten als tv’s, gsm’s enzovoort, leveren de werkenden in op hun loon.
Een verdere afbouw van het indexmechanisme is dus zeker uit den boze voor wie moet leven van een loon of sociale uitkering. Zeker als we weten dat de in ons land gecreëerde rijkdom het aandeel van de looninkomens steeds daalt en het aandeel van de inkomens uit kapitaal blijft stijgen.
In plaats van de index af te bouwen, moet er dus snel werk worden gemaakt van een restauratie, m.a.w. de syndicale eisen moeten gericht zijn op een herinvoering van een volwaardige index met een vernieuwde berekening (o.a. wat de uit de pan springende huurprijzen betreft) van de productenkorf in functie van de werkelijke uitgavenstaat van een gemiddeld gezin.