Het kernkabinet heeft de besprekingen over de begroting afgerond. De discussie over de Wet van 26 juli 1996 over het concurrentievermogen (de zogenaamde “Loonnormwet”) werd evenwel even in de ijskast gezet.
De Loonnormwet: een rem op loonsverhoging
Indien de Belgische loonkost hoog is, zijn onze producten duur en hebben wij moeite om deze uit te voeren. Dit is vooral een probleem in de relatie m.b.t. Frankrijk, Nederland en Duitsland omdat dit onze voornaamste exportpartners zijn. Vandaar dat de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de loonkosten in deze landen nauwgezet in het oog worden gehouden. Er worden regelmatig prognoses gemaakt over de loonstijgingen en deze kunnen een beperking van de loononderhandelingen met zich brengen.
De sociale partners moeten tweejaarlijks een vork afspreken waarbinnen de lonen mogen stijgen. Indien de sociale partners geen akkoord kunnen sluiten, legt de regering eenzijdig de loonnorm vast. De index wordt alleszins in mindering gebracht van het percentage omdat onze handelspartners een dergelijk mechanisme niet hebben.
Een reactie
De vakbonden zijn niet erg opgetogen over de gang van zaken. ACLVB heeft zelfs een klacht ingediend bij de Internationale Arbeidsorganisatie omwille van het feit dat het recht op vrije onderhandeling door de Loonnormwet zou worden geschonden. De vordering werd echter vertikaal geklasseerd in Genève. Recent hebben de Franstallige metallo’s en LBC dan een vordering tot schorsing ingesteld bij de Raad van State tegen het KB van 28 april 2013 tot uitvoering van artikel 7, § 1 Loonnormwet dat de loonnorm op nul procent stelde voor 2013-2014. In deze periode wordt het loon alleen verhoogd met de index.
In de vordering werd met de nodige tremolo’s een blik grondrechten opengetrokken. De loonblokkering zou in strijd zijn met artikel 23 GW, artikel 11 EVRM, artikel 6.2 herziene Europees Sociaal Handvest, IAO-Verdrag nr. 98 enz. De Raad van State liet zich echter niet vermurwen en verwierp op 27 september 2013 het verzoek (arrest n° 224.863).
Alle dieren zijn gelijk
Voor de Raad van State is er geen vuiltje aan de lucht. Aan het feit dat het stakingsrecht feitelijk niet meer kan worden uigeoefend wordt even voorbij gegaan. Je kan immers moeilijk staken om een loonsverhoging te vragen die volgens de letter van de wet illegaal is. En dan is er nog de ongelijkheid. De modale werknemer - waarvan er genoeg zijn op de arbeidsmarkt -wordt zoet gehouden met het argument dat het geen enkele zin heeft om te protesteren. Voor kaderleden die men mordicus wil houden (loonsverhoging is immers nog altijd mogelijk door van job te veranderen) worden bij sociale secretariaten de meest gesofisticeerde loonplannen besteld. De fabrieksarbeider kan met de fiets naar het werk en mag al blij zijn dat de index, de dertiende maand of het dubbel vakantiegeld (nog) niet werd afgeschaft. De witte boorden krijgen – ondanks een loonblokkering – een fiscaal interessant bonusplan en/of mogen een nieuwe leasingwagen afhalen.
Tot het merg wordt d' arme uitgezogen
en zijn recht is een ijdel woord.