Sarkozy kiest bewust voor de confrontatie met de grote bataljons van de Franse arbeidersbeweging. Zijn strategie is duidelijk: pak de sterke secties van de arbeidersklasse aan, reken op de zwakke vakbondsleiding, pak hen eerst aan als voorbereiding op een veralgemeende aanval op de arbeidersklasse.
In Frakrijk zijn we de getuigen van een serieuze confrontatie tussen de arbeidersklasse en de regering Sarkozy-Fillon, met de stakingen van de spoorwegvakbonden staken en de openbare diensten oproepen. Deze strijd is van enorm belang voor alle werkers, of zij er zich nu van bewust zijn of niet. Een nederlaag van de stakers en de ontmanteling van het speciale pensioenstelsel zou immers de deur openzetten voor een toenemend offensief tegen de rechten en de levensomstandigheden van de gehele arbeidersklasse, zonder uitzondering.
Sarkozy heeft dit conflict overduidelijk gezocht. Hij is er van overtuigd, en hij heeft geen ongelijk, dat het uitstellen van dit conflict met de best georganiseerde en machtigste delen van de arbeidersbeweging zijn kansen op overwinning zouden verminderen. Zijn redenering is dezelfde als die van Margaret Thatcher, die de mijnwerkers bewust uitdaagde in 1984-1985. Net zoals Sarkozy, ontbrak het Thatcher niet aan daadkracht. Zij besefte maar al te goed dat wanneer zij de mijnwerkers zou verslaan, zij veel makkelijker haar doelstellingen ten aanzien van de gehele arbeidersklasse zou realiseren. En haar strategie bleek de juiste te zijn. De nederlaag van de mijnwerkers zorgde voor een, althans tijdelijke, ontmoediging binnen de Britse arbeidersbeweging. De werkers zeiden immers: "Als de mijnwerkers Thatcher al niet kunnen stoppen, welke kansen op succes hebben wij dan?"
Sarkozy volgt dezelfde redenering wanneer hij de spoorwegarbeiders provoceert. Als hij hen kan verslaan, dan zal hij onmiddellijk in het offensief gaan en het pensioenstelsel helemaal ontmantelen ten voordele van de privé-verzekeraars. Ook op andere terreinen zullen de aanvallen toenemen.
Alle syndicalisten, alle communisten en alle militante socialisten moeten actief mee de solidariteit met deze stakingsbeweging organiseren - de lafheid van de PS- leiding die voor de afschaffing van het speciale pensioenstelsel is. We moeten deze reactionaire regering allemaal samen laten zien dat we over een zeer grote strijdbaarheid beschikken en dat we die lang kunnen volhouden. Een dergelijke strijd laat geen ruimte voor de weifelende woorden die al te vaak uit de monden van de vakbondsleiding komen. De vijand staat voor ons, onverzettelijk en brutaal. Wij moeten even krachtig en vastberaden reageren.
Volgens een recente poll van TNS-Sofres daalt de populariteit van Sarkozy en dat ondanks de inspanningen van alle media. Er is nog slechts een 54 procent die voor hem kiest. De loonopslag van 140 procent die deze verdediger van de loonmatiging zichzelf heeft gegeven, zal hem niet vooruit helpen, evenmin als de corruptie van zijn vriendjes bij de patronale organisatie MEDEF. Zijn populariteit zal verder dalen tot onder de 50 procent. Volgens dezelfde poll is de populariteit van Fillon, de huidge Eerste Minister van Frankrijk, reeds gezakt tot 44 procent. De wind is dus aan het draaien.
De Franse economie stagneert. Alhoewel Sarkozy eerst een groei van 4 procent beloofde en die dan afzwakte tot 3 procent en zelfs 2,5 procent, zal de werkelijke groei in 2007 minder dan 2 procent bedragen. De handelsbalans is zelfs in elkaar gezakt. De sociale achteruitgang neemt toe in alle domeinen. De koopkracht van het overgrote deel van de bevolking wordt voortdurend uitgehold. Ook op het internationale toneel struikelt Sarkoy van het ene fiasco naar het andere.
De stakingen van het spoor en de openbare diensten en de massale acties bij Air France tonen de groeiende strijdbaarheid van de arbeidersklasse. Ook de studenten zijn met acties gestart tegen hervormingen op de universiteiten. Zelfs de magistraten mobiliseren tegen deze regering.
Sarkozy stelt zichzelf graag voor als de sterke man van de rechterzijde maar eigenlijk is hij een (kleine) reus op lemen voeten. Het is heel zeker mogelijk om hem te verslaan. De spoorwegarbeiders en de arbeiders van de openbare diensten hebben een enorme macht. In 1995 waren Chirac en Juppé ook zeer vastberaden om de spoorwegarbeiders te verslaan. Maar zij moesten inbinden nadat ze geconfronteerd werden met een massale mobilisatie en met de economische impact van die staking.
La Riposte is nooit akkoord gegaan met de oppervlakkige analyse van de leiding van de PS en de PCF (de Franse Communistische Partij). Volgens hen is de Franse arbeidersklasse immers naar rechts opgeschoven, waardoor we veroordeeld zijn tot een lange periode van reactie. De dag na de electorale nederlaag, schreven wij daarentegen:
"De campagne van Sarkozy was een voorbeeld van oneerlijkheid en hypocrisie. Hij zei immers dat hij rekening zou houden met de armen, met de onderdrukten, met de werklozen en met de werkenden. Zij die al deze beloften geloofden, zullen snel teleurgesteld worden. Sarkozy zal enkel tegemoet komen aan de noden van de kapitalisten. De rechterzijde wil immers niets anders dan de economie en de samenleving ondergeschikt te maken aan het streven naar winst. De rechterzijde zal een offensief inzetten tegen de sociale voordelen en rechten, tegen de lonen en de arbeidsomstandigheden, tegen de pensioenen en de sociale zekerheid. Zij zullen aanzetten tot racisme en streng optreden tegen vreemdelingen. (...) De verkiezingsresultaten verbergen immers meer dan ze verduidelijken. Het algemeen stemrecht geeft hetzelfde belang aan diegenen die star en gedemoraliseerd stemmen als aan de bewuste en militanten lagen van de samenleving. Verkiezingen zijn slechts een momentopname. Zij tonen slechts een stilstaand beeld van een samenleving die in beweging is en die in toenemende mate onstabiel is. Het sociaal bewustzijn en de stemming van de verschillende klassen schommelt vandaag heel sterk. (...) De ambtstermijn van Sarkozy zal dus zeker geen periode van nationale eenheid zijn maar zal gekenmerkt worden door massale strijd, waarbij de militanten en revolutionaire tradities van de arbeidersklasse terug zullen opgepikt worden."
We zien dat vandaag al gebeuren. We zien vandaag al veranderingen in de stemming en het bewustzijn van de werkers. Een peiling gaf bijvoorbeeld aan dat 85 procent van de bevraagden niet geloofd dat deze regering iets zal doen aan de levensduurte.
De belangrijkste troef van Sarkozy is in feite de zwakte en de dubbelzinnigheid van de leiding van de vakbonden. Een bericht van AFP zei op 1 november: "We zien aan het Elysée dat Xavier Bertran, de minister van Sociale Zaken, gesprekken heeft aangeknoopt met de vakbonden. Om de impact van de stakingen te milderen, zijn er gesprekken gestart met verschillende vakbonden zoals de CFDT en de autonome vakbond van treinbestuurders."
Francois Chérèque, die de CFDT van capitulatie tot capitulatie leidt, is perfect in staat om de beweging opnieuw te verraden, net zoals hij in 2003 heeft gedaan met de strijd tegen de hervorming van de pensioenen. Op 13 mei 2003, in de nasleep van een van de grootste mobilisaties sinds 1968, tekende Chérèque de hervormingen van Fillon en dat zonder de vakbondsfederaties te consulteren. De leiding van Force Ourvière verstopt hun weigering om actie te voeren achter heel wat radicaal geblaat. De CGT is echter een belangrijke kracht in de conflict want het is een grote vakbond met een enorme capaciteit om te mobiliseren. De gematigde houding van Thibault (voorzitter van de CGT) tegenover de plannen van de regering (we voeren geen systematische oppositie maar beoordelen elk voorstel) is niet up-to-date met het heersende klimaat.
Als Thibault vertelt dat een ander "kader" voor de hervormingen een conflict zou kunnen voorkomen, hoe moeten de werkers dat dan beoordelen? Als hij zegt dat hervormingen noodzakelijk zijn en we alleen over de voorwaarden moeten onderhandelen, dan kondigt hij al een nederlaag aan, nog voor de strijd is begonnen. Dit verklaart de terughoudendheid en het scepticisme van een belangrijk deel van de arbeidersklasse. Zij vragen zich dan immers af of het wel nodig is om zoveel te staken om toch slechts een aantal kleine veranderingen te verkrijgen? De vakbondsleiding zet zich vandaag in om een andere "kader" op te leggen aan de regering. Dat zal Sarkozy alleen maar toelaten om de arbeidersklasse te verdelen en het verzet te verzwakken. In de plaats van naar eenheid te zoeken tussen de private en de openbare sector op basis van een gemeenschappelijk eisenplatform, verdeelt de vakbondsleiding de verschillende sectoren, waarbij ze de strategie van de regering nog versterkt.
Sarkozy heeft al verschillende keren gezegd dat hij niet zal inbinden. Over wat kan er dan onderhandeld woorden? Toch alleen maar over de manier waarop we onze pensioenrechten gaan kwijtspelen? De weigering van een spoorwegarbeider van de CGT om Sarkozy de hand te schudden voor de TV-camera's doet de vakbonden alle eer aan. Ook de syndicalisten die verklaren dat het conflict zal uitgevochten worden op straat doen dat. De arbeidersklasse heeft nood aan leiders wiens taalgebruik de beweging versterkt, die de strijdbaarheid verhogen en de werkers verenigen in een gemeenschappelijke strijd zodat de militante tradities van de Franse arbeidersklasse heropleven.
Algemene mobilisatie voor de volledige intrekking van de hervormingsplannen!
Behoud van de speciale pensioenstelsels!
Niet meer dan 37,5 jaren bijdragen!
Geen uitkeringen onder het minimumloon!
Deze belangrijke confrontatie tussen de klassen gaat verder dan de kwestie van het speciale pensioenstelsel. Raymond Sobie, sociaal adviseur van Sarkozy zei onlangs: "Het is een van de moeilijkste hervormingen want het gaat over diegenen met de meeste macht om ze tegen te houden (...). Als we hierin slagen, dan zal de rest veel makkelijker gaan." (Les Echos, 1 november) De "rest" verwijst dan naar de vernietiging van sociale voordelen, meer onzekerheid op de arbeidsmarkt, afbouw van openbare diensten, vermindering van de koopkracht en andere maatregelen die in het belang zijn van de rijke kapitalisten.
Wij ondersteunen de huidige strijd met al onze middelen. Wij proberen om de beweging uit te breiden zonder uit het oog te verliezen dat we de vakbonden en de Communistische Partij moeten herbewapenen met ideeën, een programma en de principes van het socialisme. In Frankrijk, net zoals overal anders, biedt het kapitalisme geen toekomst voor de werkers, de jeugd en de gepensioneerden. Zolang de kapitalisten de industrie, de handel, de banken, de krediet- en verzekeringsmaatschappijen bezitten, zullen zij de macht behouden over onze levens, zullen ze onze dromen de kop in drukken, zullen ze de ongelijkheid versterken en zal de samenleving er op achteruit gaan.