Wordt, na de Brexit-stem en de verkiezing van Trump, Geert Wilders' partij PVV de grootste in Nederland? Dit was de angst van de Europese heersende klasse, die zeer opgelucht was dat premier Rutte's VVD op nummer één kwam. Het was ook de vraag die gesteld werd door de vele buitenlandse journalisten die het land overspoelden. In normale omstandigheden worden Nederlandse verkiezingen nou niet beschouwd als het meest boeiende wat er speelt. Dit waren echter geen normale omstandigheden.
Nadat duidelijk werd dat Rutte's VVD de grootste werd met 33 van de 150 zetels (21,3%), waren de Europese heersers zeer opgelucht. De voormalige voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, tweette dat hij zeer opgelucht was. Jean-Claude Juncker feliciteerde Rutte en riep hem op om 'samen een sterk Europa te bouwen'. Hij hoopt op een overwinning voor Macron in Frankrijk en voor Schulz/Merkel in Duitsland, om de opkomst van rechts populisme te stoppen.
Geert Wilders' PVV werd tweede met 20 zetels (13,1%), meer dan in 2012 met 15 zetels (10,1%), maar kleiner dan in 2010, toen de partij 24 zetels verkreeg met 15,4% van de stemmen. Dit is goed nieuws voor de Europese heersende klasse, want er kan nu een brede coalitie gevormd worden die meer pro-EU van aard is, wat noodzakelijk is voor hen in deze onzekere tijden met betrekking tot de stand van de wereldeconomie. Geert Wilders' PVV werd tweede met 20 zetels (13,1%), meer dan in 2012 met 15 zetels (10,1%), maar kleiner dan in 2010, toen de partij 24 zetels verkreeg met 15,4% van de stemmen. Dit is goed nieuws voor de Europese heersende klasse, want er kan nu een brede coalitie gevormd worden die meer pro-EU van aard is, wat noodzakelijk is voor hen in deze onzekere tijden met betrekking tot de stand van de wereldeconomie.
Wilders is ons allen bekend wegens zijn anti-islamitische en anti-vluchtelingenstandpunten, met zijn plannen om de Koran te verbieden en moskeeën en islamitische scholen te sluiten. Hij wil de grenzen voor alle vluchtelingen sluiten. Hij gebruikt op demagogische wijze de bezuinigingen in de zorg om het valse punt te maken dat 'buitenlanders alles voor niets krijgen, terwijl onze eigen mensen moeten lijden.' Nadat hij zichzelf jarenlang gepresenteerd had als de 'verzetsleider tegen het establishment', won hij minder dan hij verwacht had.
Dit kwam voornamelijk doordat veel PVV-stemmers voor Rutte kozen, die het economische herstel als zijn verdienste beschouwden, en ook vreesden dat (in navolging van de Brexit-stem) een grote stem voor de PVV het land zou destabiliseren en het economisch herstel zou bedreigen. In de laatste dagen voor de verkiezingen was er ook nog de 'Turkije-rel' die een rol speelde. De Nederlandse regering wilde een bezoek van Erdogan’s minister van buitenlandse zaken, op campagnetocht voor de ja-stem in een reactionair grondwettelijk referendum, beperken en reguleren. Het werd een potje armpjesdrukken waarbij geen van de partijen opgaf, met een Turkse minister die het Turkse consulaat in Rotterdam niet mocht betreden en de politie die insloeg op rechtse Turkse demonstranten. Rechtse pers zoals de Telegraaf was euforisch, met de kop 'wij zijn hier de baas'. Deze gebeurtenissen hebben beide reactionaire kampen versterkt, zowel Rutte als Erdogan.
Andere belangrijke ontwikkelingen zijn: de historische nederlaag van de PvdA, winst voor CDA en D66, grote winst voor GroenLinks en stagnatie voor de SP.
Verlies voor het kabinet en de instorting van de PvdA
Ondanks de vermeende overwinning voor Rutte, was kabinet-Rutte II (VVD en PvdA) niet populair en is dit afgestraft. De regeringspartijen zagen hun zetelaantal dalen van 79 naar 42. Hun zetels werden bijna gehalveerd. Het merendeel van de afstraffing is voor de PvdA, welke haar grootste nederlaag ooit zag, van 38 zetels (24,8%) naar 9 zetels (57%).
Toen de rechtse VVD in 2012 stelde dat ze bezuinigingsbeleid zou uitvoeren om Nederland uit de crisis te krijgen, was de PvdA daartegen in haar verkiezingscampagne, om de dag na de verkiezingen 180 graden te draaien en junior-partner te worden in een regering die verantwoordelijk is geweest voor bezuinigingen, de desastreuze decentralisatie in de zorg en de invoering van het leenstelsel voor studenten.
Nu de economie een beetje aantrekt claimt de VVD dat dit door haar bezuinigingen komt en dat groei nu verzekerd is 'voor de komende decennia'. Geen enkele andere partij durft dit te betwisten, wat betekent dat de VVD erover kan opscheppen als zijnde haar verdienste. De PvdA heeft echter verklaard dat nu er eindelijk weer groei is, ze deze keer daadwerkelijk haar programma van 2012 gaat uitvoeren. Naast enkele kleine hervormingen hebben ze geen grote doelen bereikt waar ze over kunnen opscheppen in het tijdperk van crisis en contrahervormingen.
Dit is de directe reden dat de PvdA ingestort is. Het is onderdeel van een grotere crisis van het reformisme, welke we gezien hebben in Griekenland (PASOK), Spanje (PSOE) en Frankrijk (PS). Nu reformistische partijen hun programma van hervormingen niet meer kunnen uitvoeren in het tijdperk van kapitalistische crisis, staan zij voor een historische crisis.
In geen enkele gemeente zijn ze de grootste partij geworden. In de grote steden zijn ze de stemmen van de middenklasse en jongeren kwijtgeraakt aan de links-liberale partijen D66 en GroenLinks. Hun voormalige basis onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders zijn ze ook kwijtgeraakt nadat de partij zich 'harder' en meer chauvinistisch ging opstellen tegenover migranten, met het doel om de PVV-stemmer terug te winnen naar de partij. Kamerleden Kuzu en Öztürk stapten toen uit de partij om DENK op te richten. Deze multiculturalistische partij is nu aardig groot geworden in de grote steden en heeft nu 3 zetels in de Kamer verkregen. Ondanks dat de partij zich richt op het bestrijden van discriminatie, is DENK in feite een conservatieve partij met banden met rechtse Turkse organisaties.
Zelfs in de provincie Groningen, met zijn sterke socialistische en communistische tradities, waar de PvdA altijd de grootste was, heeft de partij verloren aan de PVV en de SP. Het heeft niet geholpen dat de partij aan de macht was toen de beweging Groningers in Opstand in beweging kwam, als protest tegen de aardbevingen en beschadigde huizen als gevolg van de gasboringen. Het kabinet-Rutte II koos de belangen van de NAM (bezit van Shell en ExxonMobil) boven die van de veiligheid van de Groningers. Zo leidde de PvdA's deelname als junior-partner aan de regering zelfs tot verlies in Groningen.
We hebben hier dus te maken met het grootste verlies van de partij ooit. Zelfs met de opkomst van Pim Fortuyn in 2002 was het verlies niet zo groot. De partijgetrouwen zijn voornamelijk oudere mensen. Van de mensen die deze verkiezingen op de PvdA stemden, was er 44% boven de 65 jaar oud.
Heeft het populisme verloren?
Zowel binnen als buiten Nederland werd er gejuicht, omdat 'het populisme verloren had'. De niet te stoppen opmars van rechts-populisme kwam zogezegd ten einde op de kusten van het Europese continent, zodat de EU voorlopig gered is.
Dit is echter niet het hele verhaal. Wilders is dan geen eerste geworden, zijn politiek is overgenomen door de andere partijen. Mark Rutte riep de mensen op 'die de Nederlandse waarden niet respecteren' om 'op te pleuren' uit dit land. Zijn partijgenoot Halbe Zijlstra stelde dat 'vluchtelingen hier naartoe komen voor plastisch chirurgie.' Rutte was een van de architecten van de EU-Turkijedeal om vluchtelingen buiten te houden, en pleit voor meer soortgelijke deals met Noord-Afrikaanse landen.
De conservatieve CDA had een rechtse campagne om zetels te winnen van potentiële PVV-stemmers in kleine steden en op het platteland. In het verleden waren zij de belangrijkste burgerlijke partij met een conservatieve en met een meer 'sociale' vleugel, die gekoppeld was aan het CNV. Na een jarenlange neergang is hun sociale vleugel verdwenen en richten zij zich op rechtspopulisme, waarbij ze veel PVV-standpunten overnemen en oproepen tot vergaande veiligheidsmaatregelen tegen 'de dreiging van radicale islam'.
Dit betekent dat de drie grootste partijen tenminste deels populistisch rechtse retoriek gebruiken. Daarnaast is de nieuwe rechts-populistische partij Forum voor Democratie in de Kamer gekomen, van de 'conservatief intellectueel' Thierry Baudet. Deze partijen hebben samen 64 zetels, goed voor 40% va het parlement. Hoewel dit natuurlijk niet hetzelfde is als een grote PVV-overwinning, betekent dit dat deze partijen de komende jaren de agenda zullen proberen te bepalen met een hysterisch kabaal over veiligheidsmaatregelen, radicale islam, de dreiging van 'disloyale burgers met dubbele paspoorten' en de 'bedreigde Nederlandse identiteit.'
Liberaal links
D66 en GroenLinks, twee partijen die zich expliciet verzetten tegen dit rechtspopulisme, wonnen ook zetels. Deze partijen baseren zich vooral sterk onder de stedelijke middenklasse. Veel jonge mensen stemmen eveneens op deze partijen, met name studenten.
D66 doet zich voor als ‘progressief’-liberale partij, maar wil in werkelijkheid de arbeidsmarkt dereguleren, en voor vaste arbeidscontracten zorgen door de definitie van een vast contract te veranderen.
GroenLinks heeft veel nieuwe, jonge kiezers aangetrokken. De partij heeft geprobeerd haar imago te ‘radicaliseren’ met de nieuwe leider Jesse Klaver, die spreekt over nieuwe hoop, en het imago en de retoriek van Obama en Justin Trudeau probeert te imiteren. In die zin is hun radicalisme onecht, maar hun electorale groei is dat niet. GroenLinks ging van 4 naar 14 zetels, een record voor de partij. In Amsterdam werden ze zelfs de grootste partij. Hun ‘anti-populisme’, pro-vluchtelingen standpunt en groene politiek slaan aan bij een nieuwe laag jongeren. In het verleden steunde Klaver contrahervormingen als het studieleenstelsel en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Voor nieuwe stemmers is dit vrij onbekend. Zij zullen op een harde manier met de ware aard van Jesse Klaver geconfronteerd worden.
Met de stagnatie van de SP en het historische verlies van de PvdA zal in de politieke arena de komende jaren een ‘strijd’ worden gevoerd tussen links-liberalisme en rechtspopulisme. Er zullen debatten komen die vergelijkbaar zijn met de Brexit-discussies in Groot-Brittannië en de Clinton-Trump tweedeling. Op korte termijn zullen sociaaleconomische kwesties worden overschaduwd, en zal er ruimte zijn voor aanvallen, met name wanneer het ‘nieuwe tijdperk van groei’ hapert.
Stagnatie van de SP
De SP had in theorie een uitgelezen kans om veel te winnen, omdat er veel ontgoocheling was met betrekking tot het Rutte-kabinet, met name de PvdA. Dit gebeurde echter niet. Ze hebben een zetel verloren en zijn naar 14 zetels gezakt. Dit staat ver van hun historische overwinning in 2006, toen ze de derde partij werden met 25 zetels.
Toen ze niet deel mochten nemen aan de coalitie na de verkiezingen van 2006, bepaalde de leiding dat de partij ‘te radicaal’ was, en dat het programma gematigd moest worden. De SP heeft in veel gemeenten geregeerd, vaak tezamen met rechtse partijen. Ondertussen bleef de partij leden kwijtraken en heeft ze nooit meer dezelfde verkiezingsresultaten behaald.
Dit betekent dat de partij is gestagneerd, ondanks hun vele goede activisten en campagnes voor een nationaal ziekenfonds, lagere huur en voor hogere minimumlonen, uitkeringen etc. Ze hebben zeker een goede campagne gehad, maar hun focus op de standaard economische kwesties was niet genoeg.
Onder jongeren lag de stem op de SP onder het landelijk gemiddelde. Veel jonge kiezers zien de partij als een partij voor ouderen, armen en zieke mensen, ook al strijdt de partij bijvoorbeeld wel voor afschaffing van het studieleenstelsel.
De SP heeft geprobeerd om PVV-stemmers naar zich toe te trekken door geen sterk ‘pro-immigratie’ standpunt in te nemen, en ‘neutraal’ te zijn rondom veel kwesties. De partij keert zich tegen arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Haar standpunt over de EU is vaag, een mix van links-reformisme en chauvinistische elementen. Daarnaast steunt ze traditioneel de politiebonden, ook al zijn er veel problemen met politiegeweld en etnisch profileren van allochtone jongeren.
Pas onlangs werd er een verkiezingscampagne gestart rondom discriminatie. Ondertussen hebben veel allochtone jongeren en antiracisme activisten zich aangesloten bij DENK of spin-off Artikel 1, en voelen zij zich niet meer welkom bij de SP.
Er is een sterk socialistisch-internationalistisch programma nodig om de stagnatie van de partij een halt toe te roepen. Tegemoetkomen aan de PVV-stemmer zal niet helpen. Het zal vooral de rechtse partijen sterker maken. De PVV-stemmers die tot de arbeidersklasse behoren moeten worden overgehaald met socialistisch beleid, niet met nationalistisch beleid.
Andere partijen
Enkele andere kleinere partijen boekten winst in de verkiezingen. De Partij voor de Dieren, die dierenrechtenpolitiek combineert met radicale ‘no-growth’ economische politiek, steeg van 2 naar 5 zetels. Dit is een teken van de radicalisering van ‘groene’ stemmers, die het groene liberalisme van GroenLinks zat zijn.
50PLUS, een demagogische partij voor 50-plussers, steeg van 2 naar 4 zetels. Eerder noemden we al nieuwkomers DENK en Forum voor Democratie, die respectievelijk 3 en 2 zetels kregen. Een van de weinige constanten in de verkiezingen zijn de kleine christelijke partijen, die gezamenlijk 8 zetels kregen.
Artikel 1, een meer linkse ‘intersectionele’ afsplitsing van DENK, wist geen zetel te bemachtigen, ondanks de steun van veel antiracisme activisten. Het is noodzakelijk dat deze activisten blijven doorgaan door de strijd tegen discriminatie te verbinden met een duidelijk socialistisch programma voor de transformatie van de samenleving, en zo de wortels van discriminatie in onze klassengemeenschap blootleggen.
Perspectieven
Mark Rutte zal een coalitie met vier of vijf partijen moeten formeren. Wilders heeft niet gewonnen, maar er zal geen stabiele regering zijn. Het zal een brede coalitie worden, waarschijnlijk met CDA en D66, aangevuld met GroenLinks of de ChristenUnie.
Zo’n coalitie zal relatief stabiel zijn, totdat het bezuinigingen moet doorvoeren. Er zullen zeer zeker 'hervormingen' van de arbeidsmarkt doorgevoerd worden. Indien het 'groots herstel' ten einde komt, zullen er helemaal roekeloze bezuinigingen komen, net als bij Rutte I en II. Dat zal het einde zijn van de wittebroodsweken van deze regering, en tevens het einde van de geloofwaardigheid van Mark Rutte, want hij bleek niet de brenger van het herstel te zijn.
Voor de SP liggen er kansen, maar de koers moet worden gewijzigd. In plaats van laten zien hoe ‘realistisch’ zij zijn, moeten ze strijden voor een socialistisch programma. Zo niet, dan wordt de oppositie op ‘culturele’ gronden bevochten door GroenLinks aan de ene kant, en de PVV aan de andere.
Vakbondsfederatie FNV zal getroffen worden door het verlies van de PvdA. Met de PvdA in de regering had de vakbondsbureaucratie altijd een steunpunt, en een excuus om niet te mobiliseren. Met het wegsmelten van dat steunpunt zullen zij mogelijk tegen hun zin gedwongen worden te mobiliseren zodra de werkgevers de aanval op de arbeidersklasse inzetten.
Hoewel het resultaat van deze verkiezingen ‘stabiel’ zal lijken op korte termijn, is er op lange termijn niets opgelost. We leven niet langer in ‘normale omstandigheden’. De fundamentele tegenstellingen van de crisis van het wereldkapitalisme zijn niet opgelost. De komende jaren zullen steeds meer werkenden en jongeren zich realiseren dat niet ‘populisme’ of bepaalde bevolkingsgroepen het probleem zijn, maar dat het systeem zelf door en door verrot is en vervangen moet worden.