De Provinciale Statenverkiezingen (1) van 20 maart leidden tot een grote schok. Het Forum voor Democratie werd de grootste partij in de Senaat. Al snel werden de vergelijkingen gemaakt met de opkomst van Pim Fortuyn in 2002, de laatste keer dat er zo'n snelle opkomst van een partij was.
Het was meteen duidelijk dat dit geen gewone Provinciale Statenverkiezingen waren, die over het algemeen niet de meest boeiende politieke bezigheid zijn voor de meeste stemgerechtigden in Nederland. 'PS2019', de afkorting voor de verkiezingen, zal bekend staan als een keerpunt.
De schietpartij in Utrecht
De schietpartij in een Utrechtse tram op 18 maart, was een schok die de Provinciale Statenverkiezingen voorafging. Drie onschuldige mensen werden doodgeschoten door een psychopaat die het vuur opende in een tram.
Snel werd dreigingsniveau 5 ingesteld, wat veronderstelde dat we te maken hadden met een terroristische aanslag. Dit was de eerste keer dat dit werd uitgevoerd in Nederland. Extra beveiliging op strategische plekken, terwijl de inwoners van Utrecht binnen moesten blijven. De acties van de vakbeweging tegen de pensioenmaatregelen, werden gestaakt. Dit laat direct de reactionaire aard zien van individuele terreur.
De dader, Gökmen Tanis, is een gewelddadig crimineel element met een lange geschiedenis van geweld en diefstal, drugshandel en misbruik van drugsverslaafde vrouwen. Een criminele psychopaat die hulp nodig heeft, maar dit door bezuinigingen in de GGZ en bureaucratie waarschijnlijk niet gekregen heeft. Een product van een zieke samenleving waarin we vervreemding, achterstandswijken en vrouwenhaat als lelijke symptomen zien.
De regering beweert dat een 'briefje' van Tanis bewijst dat zijn daad een terreurdaad is, iets wat nog niet te controleren valt. Voor de PVV en FvD was het echter meteen duidelijk. Hij heeft een Turkse naam, dus meteen konden deze partijen op smerige wijze de schuld geven aan de 'multiculturele samenleving', islamieten en immigranten in het algemeen. Het was een laatste duwtje in de rug voor Thierry Baudet.
Verkiezingsuitslag
Dit waren de Provinciale Statenverkiezingen met de hoogste opkomst in 30 jaar. Alsnog moeten we kanttekening plaatsen dat de opkomst 56,7% was. Oftewel, de thuisblijvers waren de grootste partij met 43,3%. Toch toont het relatief hoge aantal stemmen aan dat mensen hun stem wilden geven, met name over de landelijke politiek. Met uitzondering van enkele lokale problemen als de gaswinning in Groningen en de komst van Lelystad Airport, ging de hele campagne over landelijke politiek.
De stem voor FvD (van 0 naar 13 zetels in de 75-zetels tellende Eerste Kamer) was hierbij de 'proteststem'. Ongeveer een derde van zijn stemmen komen bij de PVV-stemmers vandaan, maar daarna is de grootste bron de voormalig VVD-stemmers. In tegenstelling tot de mythe dat het veel jongeren zijn die op het FvD stemmen, kwamen 22% van zijn stemmen van stemmers onder de 35 jaar, maar waren daarentegen 31% van zijn stemmers 65+.
De partij heeft zich geprofileerd als anti-Rutte, anti-establishment en vooral ook anti-klimaatakkoord. Niet alle stemmers geloven in het 'klimaatontkennen' van Thierry Baudet, maar zijn sceptisch over de klimaatmaatregelen die vooral werkende gezinnen en KMO’s treffen. Het is allemaal nep uiteraard. Thierry is een derderangs pseudo-intellectueel zonder enige eigen ideeën, die allerlei reactionaire denkers aanhaalt om een vals soort 'anti-establishment' boodschap te brengen. Voor nu echter, is dit een weerspiegeling van een radicalisering van een deel van het electoraat, dat onmogelijk tot de softe linkse partijen aangetrokken wordt. Zonder werkelijk socialistisch alternatief, blijven deze bij FvD of soortgelijke partijen.
Voor Mark Rutte's VVD is de uitslag een symbolische nederlaag (van 13 naar 12). Hoewel de totale schade nog meevalt en de VVD een vaste basis behoudt, is ze niet meer de grootste partij in de Senaat. Dit verschil is een morele klap voor Rutte. Het zal ertoe leiden dat de VVD (vooral Klaas Dijkhoff) met nieuwe 'proefballonnetjes' zal komen om FvD-stemmers terug te halen.
De tweede winnaar van de verkiezingen was GroenLinks (van 4 naar 9), dat ervan weet te profiteren dat het nog niet heeft meegeregeerd met Rutte. Nu met de opkomende klimaatbeweging, weet het zich goed te profileren en heeft het een jonge basis.
Coalitiepartijen CDA en D66 verloren ook, respectievelijk van 12 naar 9 en 10 naar 6 zetels. Enkel de ChristenUnie won één zetel, maar het totale aantal zetels voor de kleine christelijke partijen bleef gelijk. Dit toont aan dat deze regering niet populair is en dat er een polarisatie heeft plaatsgevonden naar FvD en GroenLinks.
De PvdA verloor een zetel (8 naar 7), wat eigenlijk een klein herstel is na de algemene verkiezingen van 2017. Bijna de helft (42%) van de PvdA-stemmers zijn wel 65+ en het aantal jonge stemmers is slechts 16%, wat op de lange termijn niet op een goed herstel duidt.
De PVV verloor flink aan FvD. Van 9 zetels ging de partij terug naar 5. Haar basis is gereduceerd tot enkele gedeïndustrialiseerde gebieden zoals de Limburgse mijnstreek, en een verarmd deel van de autochtone arbeidersklasse. De middenklassenelementen die de PVV steunden, zijn grotendeels naar FvD overgelopen.
De grootste verliezer was de SP, die van 9 naar 4 ging. De partij heeft niet weten te profiteren van de opkomende klassenstrijd, noch van de 'niet-economische' linkse thema's als klimaatverandering. Haar geflirt met anti-migratiestandpunten heeft nergens toe geleid. In plaats van dit grondig te analyseren, horen de leden het gebruikelijke 'SP-stemmers bedankt' en wordt er gezegd dat op de middellange termijn de vooruitzichten beter zijn. Lilian Marijnissen beweert dat de 'dominantie van het klimaat in de verkiezingsstrijd' het lastig maakte voor de SP om zich te profileren.
De partijleiding zit in een ontkenningsfase waarin enkel externe factoren als een oorzaak gezien worden. In feite is de situatie vruchtbaar om met een strijdbaar socialistisch alternatief stemmen te winnen. Pleiten voor de onteigening van Shell en andere vervuilers, opdat huishoudens geen hogere energierekening hoeven te betalen, zou de SP een directe factor in het klimaatdebat gemaakt hebben. Kritiek binnen de rangen groeit. Het is nu echt nodig om het roer om te gooien.
Hoe verder voor Rutte?
Het kabinet-Rutte III is nu zijn meerderheid in de Senaat kwijt. Dat betekent dat het aangewezen is op steun van andere partijen om een meerderheid te verkrijgen voor zijn wetsvoorstellen. Hoewel de Senaat officieel alleen een technische functie heeft, weet iedereen dat men zonder meerderheid in de Senaat nergens komt.
Drie partijen die kandidaat zijn voor een akkoord in de Senaat, zijn FvD, GroenLinks en de PvdA. Geen van deze opties zijn ideaal voor Rutte. Leunen op FvD betekent concessies doen wat betreft migratiepolitiek en klimaatmaatregelen, wat tot onvrede zal leiden bij coalitiepartijen D66 en ChristenUnie. Het zal verdere polarisatie betekenen en groei van GroenLinks.
Indien GroenLinks een akkoord sluit met Rutte, zou dat een verraad zijn aan haar basis. Echter, de groen-liberale leiding rond Jesse Klaver is ertoe in staat om dat te doen in ruil voor enkele aanpassingen aan het Klimaatakkoord. Het zou GroenLinks ontmaskeren en tot een radicalisatie van een deel van de klimaatbeweging leiden. Daarnaast zou het echter ook tot onvrede leiden bij de VVD-basis, aldus tot verdere groei van FvD en verdere maatschappelijke polarisatie.
De PvdA zou voor de coalitiepartijen de beste keus zijn om de coalitie bijeen te houden. De partij is daar gezien haar verleden ook zeker toe in staat. Het is echter niet zeker of ze dat nu gaat doen, aangezien de partij eindelijk een beetje bijkomt van de klappen van de algemene verkiezingen uit 2017 en het overeind houden van een impopulair kabinet voor de partij niet de beste strategie is.
Indien er geen deal wordt gesloten met een van deze drie partijen, zit er een déjà vu in voor Mark Rutte. Dan moet het kabinet voor iedere maatregel een overeenkomst zoeken met andere partijen. Dit was zo onder Rutte II, maar dat kabinet had 2 coalitiepartijen en geen 4.
De relatieve kracht van de eerste twee jaar Rutte III, is nu afgenomen. Voor de arbeidersbeweging is dit dus een goede tijd om verder in het offensief te gaan, en daarbij geen illusies te hebben in de rol die GroenLinks of PvdA kan spelen.
De onvermijdbare opkomst van fascisme?
De winst van FvD heeft alarmbellen doen rinkelen. Thierry's provocerende overwinningsspeech, gevuld met reactionaire en semi-fascistische beeldspraak, was bedoeld om te shockeren. Hij wil tonen dat FvD voor zijn radicale inhoud blijft staan, ondanks dat de partij wel bereid is tot een akkoord met Rutte.
De komende periode zullen we meer en meer racistische en seksistische drek zien, samen met aanvallen op leraren en universitair docenten die het niet eens zijn met Baudet. Toch is FvD geen fascistische beweging. Dat zeggen we niet omdat we vinden dat 'het wel meevalt'. We zullen van alles moeten doen om deze reactionaire beweging te bestrijden. Het gaat erom dat fascisme niet slechts een kwestie is van ideologie, maar dat het een beweging is die bereid is geweld te gebruiken tegen migranten, linkse activisten en de georganiseerde arbeidersklasse.
Er zijn fascistische elementen actief binnen FvD. Daarnaast is er een laag jonge FvD-activisten die bereid is tot fysieke confrontaties met linkse activisten. Vooralsnog is dit slechts een kleine minderheid. Belangrijk is om zelfverdedigingsmaatregelen te treffen en deze groep duidelijk de grenzen aan te tonen.
Hoewel fascisten zich gesterkt voelen door de overwinning en dit zullen gebruiken voor meer provocerende acties, zijn ze in feite nog klein en zwak. Wanneer de arbeidersbeweging zich tegen hen verzet, zijn ze machteloos. Het is een kwestie van goede organisatie en leiding.
In plaats van een onvermijdbare opkomst van fascisme, zien we een proces van crisis van het politieke bestel. Dit is iets wat we in heel Europa zien. De opkomst van reactionaire partijen als FvD is een symptoom daarvan. In andere landen zien we echter ook de opkomst van linkse partijen. Het is het gebrek aan een echt socialistisch alternatief in Nederland, dat het probleem is.
Vecht terug tegen FvD
Gisteren, 23 maart, zagen we de jaarlijkse anti-racismedemonstratie in Amsterdam. Er liepen zo'n 10.000 mensen mee. Het is duidelijk dat veel jonge mensen zijn wakker geschud, want vorig jaar waren het slechts 2.500 demonstranten. Dit toont aan, zoals marxisten zeggen, dat mensen bewust worden via grote gebeurtenissen. Er was een zeer strijdbare stemming en veel meer leuzen tegen 'het systeem' dan bij voorgaande jaren.
Deze demonstratie was een goede eerste stap. Het is belangrijk om de energie van de deelnemers vast te houden door deze in te zetten bij volgende demonstraties en acties. Daarnaast is het belangrijk om de anti-racismestrijd te koppelen aan de arbeidersbeweging. De strijd tegen Rutte III is ook de strijd tegen Baudet, het is de strijd tegen twee zijden van dezelfde munt. Beiden willen uiteindelijk de heerschappij van de grote bedrijven over Nederland, de verschillen zitten hem vooral in hoe zij dit naar buiten toe willen vermommen.
Een aanval op één, is een aanval op allen. Dit principe uit de arbeidersbeweging hebben we nodig om haar te koppelen met de anti-racismebeweging. Met het groeiende besef dat het kapitalistische systeem de voedingsbodem is van racisme, kan men enkel de conclusie trekken dat men samen tegen dit systeem moet vechten.