stand Handen Af van Venezuela
Enkele jaren geleden was Venezuela voor de meeste linkse activisten nog een blinde vlek op de wereldkaart. Vandaag is het land hét referentiepunt geworden in de strijd voor maatschappijverandering. In Brussel kwamen een 350 mensen bijeen om meer te vernemen over de Bolivariaanse Revolutie.

De solidariteitsdag vond niet toevallig plaats in het gebouw van ACV Brussel. Guy Tordeur, verbondssecretaris van ACV Brussel-Halle-Vilvoorde, verklaarde in zijn welkomstwoord dat ook in België de werkende bevolking het slachtoffer is van het neoliberalisme, en VW is daar slechts het recentste voorbeeld van. Tordeur is dan ook blij met de overwinning van Chavez want “Chavez werkt aan een alternatieve wereld”. Bovendien was de ACV-man verheugd een spreker te verwelkomen van de Venezolaanse vakbond UNT, Ruben Linares. Nu een nieuwe wereldvakbond is gevormd, is er een nieuwe kans voor de erkenning van de échte vakbond in Venezuela, de UNT, waartoe Tordeur het ACV opriep.

Guy Tordeur
Katia Nouten van Oxfam Solidariteit stelde vervolgens de vier sprekers van de plenaire sessie voor aan het publiek: de Amerikaans-Venezolaanse socioloog Gregory Wilpert van www.venezuelanalysis.com, de Venezolaanse ambassadeur Alejandro Fleming, Ruben Linares van de UNT en Frans Wuytack, die als priester actief heeft deelgenomen aan de strijd in de volkswijken van Caracas.

Gregory Wilpert stelde dat nog nooit een Venezolaanse president met zo’n grote meerderheid is verkozen. De socioloog gaf dan een opsomming van de verwezenlijkingen van de Bolivariaanse regering en zijn visie op het ‘Socialisme van de 21ste eeuw’ dat zo intens bediscussieerd wordt in Venezuela. Hij verklaarde dat Venezuela al bezig is het kapitalisme te overstijgen en hij gaf zijn argumenten: 1) Venezuela heeft geen nood aan buitenlands kapitaal 2) Venezuela volgt niet de oude elite 3) de Venezolaanse staat is gebaseerd op participatieve democratie 4) er is een beweging richting ‘cogestion’ en coöperaties, ongeveer 1 miljoen Venezolanen werken al in deze economie. Toch zijn er nog verschillende obstakels op de weg naar het socialisme en Wilpert deelde deze op in twee groepen. Enerzijds bestaan er externe obstakels zoals het imperialisme, de oppositie en de wereldmarkt van het kapitalisme. Maar hun invloed is sterk afgenomen. Volgens Wilpert zijn daarom de interne obstakels de belangrijkste: het voortbestaan van cliëntelisme en corruptie binnen de staat en de afhankelijkheid van de Bolivariaanse beweging van één persoon, Chavez. Bijgevolg is het een uitdaging om meer structuren van onderuit op te bouwen.

Alejandro Fleming
Ambassadeur Alejandro Fleming had het in zijn betoog vooral over het revolutionaire proces. Chavez heeft het gebrek aan ideologie dat voordien heerste, zelf opgevuld. De oude staatsinstellingen zijn echter corrupt, waardoor het volk deze niet kan gebruiken, vandaag nog steeds niet, hoewel dit is aan het veranderen. Het proces wordt opgebouwd vanuit het volk. Daarom dat de Bolivariaanse regering zoveel aandacht heeft voor onderwijs. Een volk dat onwetend is, zal zich immers altijd laten manipuleren door een populist. Met deze uitspraak wierp Fleming de populismekritiek van de rechterzijde op Chavez terug in hun eigen gezicht. Verder verdedigde hij enkele internationale maatregelen die de regering had genomen en slecht onthaald werden in de media. “Wij zijn uit de Andesgemeenschap gestapt omdat die de belangen van de rijken verdedigt.” De prioriteiten van de Venezolaanse regering liggen duidelijk ergens anders.

Ruben Linares
Syndicalist Ruben Linares begon zijn betoog met een uitstap naar België. Bij zijn aankomst had Erik Demeester hem naar het piket van VW gebracht en hij concludeerde: “VW is het soort antwoord dat het kapitalisme geeft aan ons volk, namelijk uitbuiting en roof.” Daarna legde hij uit hoe de Bolivariaanse Revolutie gegroeid was uit het protest van het volk. In 1989 dacht het volk: “Wij hebben een land vol olie en toch lijden wij honger.” Daarom kwamen ze in opstand maar de staat sloeg hen bloedig neer. Ongeveer 4.000 mensen kwamen toen om het leven. De beweging rond Chavez was een antwoord hierop. Vandaag heeft elke Venezolaan een wapen om terug te vechten, en Ruben haalde dit wapen uit zijn broekzak om het te tonen: de Bolivariaanse grondwet. Mensen citeren hieruit wanneer de rijken of de staat hun rechten willen schenden. Op 3 december heeft 63 procent voor het socialisme gestemd. Voor velen is zeker nog niet duidelijk wat dit juist is, maar ze zien het grote verschil met hun leven van vroeger en concluderen dat socialisme iets goed is. Het debat is nu open. Waarop Linares zijn vlammende speech eindigde met: “Socialisme of de dood!” Deze woorden ontlokten het meest daverende applaus van de dag.

Frans Wuytack
Alvorens over te gaan tot het relaas van Frans Wuytack kregen we de trailer te zien van de nieuwe documentaire van zijn zoon Fabio. Die maakte een reconstructie van het leven van zijn vader in de volkswijken van Caracas, gekoppeld aan de sociale veranderingen van vandaag. De trailer zag er alvast veelbelovend uit. “Ik ben geen expert over de economie van Latijns-Amerika, of de politiek van Latijns-Amerika”, zo begon Frans Wuytack zijn bijdrage. “Maar ik kom hier getuigen over de moed van het Venezolaanse volk!” Hij hield een vurig betoog om ons niet te onderwerpen aan de burgerij. “Zijn wij misschien misdienaars van het Kapitaal?” Daarbij verwees hij naar de toespraak van Chavez in de VN, “om dan hier terug te komen en Verhofstadt de handen van Bush te zien kussen.” Frans vertelde over zijn ervaringen in het Venezuela van de jaren ’60, de strijd van de volkswijken voor verbetering van hun leven. Zo zakten duizenden mensen af naar het stadscentrum om drinkbaar water te eisen. De politie vroeg: “Hebben jullie wel een toelating om te betogen?” Waarop zij antwoorden: “Nee, wij hebben geen toelating. Maar wij hebben wel dorst!” Op dat moment hebben die mensen hun eisen niet kunnen verwerkelijken. Dat veranderde toen een vrouw in haar eentje met haar dood kind in haar armen en haar andere kinderen aan haar rokken kilometers afdaalde en weigerde weg te gaan totdat ze de verantwoordelijke kon spreken. Duizenden mensen kwamen hun sympathie betuigen en de overheid kon niet langer weerstaan aan de druk. Eén vrouw zette dit in gang. Waaruit Frans concludeerde dat het de moeite loont om te strijden, elke dag opnieuw.

Hierna konden mensen uit de zaal vragen stellen aan de sprekers. Er volgde twee vragenrondes. Uit de inhoud van de vragen bleek dat veel aanwezigen de Bolivariaanse Revolutie willen leren kennen – de reden waarom de dag was georganiseerd – en het enthousiasme dat dit project opwekt. Zo vroeg iemand – ze smeekte het bijna – hoe we die ervaring naar België kunnen overplanten. Onder andere wegens tijdsgebrek was er geen plaats voor echte bijdragen vanuit de zaal, enkel vragen, wat op zich spijtig is want debat en uitwisseling van ideeën is juist de levensgeest van de Bolivariaanse Revolutie, en bij uitbreiding van elke revolutie.

Ruben Linares getuigde trouwens over het belang van ideeën in de revolutie en het belang van lezen. Zo citeerde hij Chavez’ eigen manier om lezen en debatteren te stimuleren. Op tv en in toespraken zegt hij bijvoorbeeld: “Ik ben geen trotskist, maar ik lees Trotski. Ik ben geen marxist, maar ik lees Marx. En ik lees Rosa Luxemburg enzovoort.” Ook verwees Linares naar het door Chavez geïnitieerde debat over één partij om alle revolutionaire krachten te verenigen (en dus niet om een éénpartijstaat op te richten zoals de media weer kwaadwillig interpreteren). De syndicalist vertelde dat dit opnieuw het debat in de Bolivariaanse beweging voedt over welk soort partij wij nodig hebben om de revolutie vooruit te brengen. Vandaag bestaat de beweging uit tientallen partijen en veel mensen zijn gewonnen om die te verenigen. “Maar de landloze boeren zeggen dat ze niet in één partij willen met de grootgrondbezitters die hen verdrukken, en de arbeiders willen niet in één partij met de bazen.” Deze debatten verscherpen dus het ideologische inzicht in de tactieken en krachten om de revolutie vooruit te stuwen.

Na dit plenaire deel konden de aanwezigen deelnemen aan workshops of in de filmzaal enkele documentaires bekijken. In de workshop over Venezuela en de media kwamen Ronnie Ramirez, Maurice Lemoine en Michel Collon getuigen over de rol van de media in de Bolivariaanse Revolutie en de medialeugens over Venezuela. Je kan een interview met Ronnie Ramirez lezen op indymedia. Tijdens de workshop over de vakbeweging kon Ruben Linares dieper ingaan op het ontstaan van de UNT en de debatten binnen deze revolutionaire vakbond. Zowel Bruno Verlaeckt (voorzitter De Algemene Centrale Antwerpen-Waasland, ABVV) als Omer Mommaerts (ACV Brussel, KWB) benadrukten het belang van Venezuela voor de strijd die de arbeidersbeweging ook in België voert (een verslag van deze workshop volgt later).

Tijdens de slotsessie animeerde Erik Demeester (Vonk) een snelle opeenvolging van sprekers die elk vijf minuten vanuit hun eigen invalshoek de Bolivariaanse Revolutie belichten. PS-senator Sfia Bouarfa getuigde als internationale waarnemer van de Venezolaanse verkiezingen dat alles zeer democratisch was verlopen. Haar collega van Ecolo Josy Dubié had hetzelfde vastgesteld en verklaarde bovendien dat hij de goede slogan van de andersglobalisten werkelijkheid had zien worden in Venezuela, namelijk dat de rijkdom van een land naar het volk gaat. Paul-Emile Dupret focuste op de relaties tussen de EU en Venezuela. De EU heeft in 2002 na de coup onmiddellijk de nieuwe regering erkend. In het recente debat over de toelating van Venezuela als tijdelijk lid van de VN-Veiligheidsraad hebben alle Europese landen de positie van de VS gesteund (behalve Italië dat zich onthield). En het programma van de EU voor Latijns-Amerika is integratie als vrijhandelszone, terwijl het Bolivariaans Alternatief voor Latijns-Amerika (ALBA) heel andere waarden uitdraagt die ook voor ons als voorbeeld kunnen dienen. Marcelo Estrada sprak over de banden die Bolivia opbouwt met Venezuela en Cuba binnen dit ALBA en gaf uitdrukking aan de nieuwe tijd die is aangebroken nu de volkeren van Latijns-Amerika opstaan. De vertegenwoordiger van de Cubaanse ambassade formuleerde een belangrijk idee over de dag zelf en de diverse organisaties die meewerkten: “Ook al hebben we soms andere ideeën, we zijn allemaal kameraden en de steun voor het proces in Venezuela verenigt ons.” Tenslotte gaven de vier sprekers van het eerste uur nogmaals krachtig hun visie, met Ruben Linares opnieuw als slotwoorden: “Socialisme of de dood!” Waarop de zaal uitbarstte in een staande ovatie en revolutionaire slogans.

Deze dag was onmiskenbaar een serieuze stap vooruit in de solidariteitscampagne. Wij pleiten met Handen Af van Venezuela om het succes van de dag in Antwerpen en nu die in Brussel op te volgen in andere steden zodat de boodschap van de Bolivariaanse Revolutie uitdijt over België.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken