Deze Nederlandstalige versie van Henri Houben's "La crise de trente ans. La fin du capitalisme?" wordt door EPO uitgegeven met aanvullend cijfermateriaal, dat duidelijk up-to-date is gebracht vergeleken met de Franstalige versie. Wie de vele aspecten wil leren kennen van de huidige crisis, die Houben terecht laat aanvangen in 1973, is bij dit boek aan het juiste adres. Het boek begint met de meest recente gebeurtenissen: de crisis van de huizenmarkten in de VS, de rommelkredieten, het faillissement van Lehman Brothers en de financiële en economische crash die zich vanaf 2008 over heel de wereld verspreidt. Maar dat is slechts een begin. Houben legt ook uit hoe die crisis in feite haar wortels heeft in het eind van de jaren 1960 en uiteindelijk vanaf 1973 volop losbarstte. Het eerste deel van het boek leest vooral als een geschiedenis van de wereldeconomie vanaf de Tweede Wereldoorlog. Die geschiedenis wordt vooral toegespitst op de Verenigde Staten van Amerika.
Er wordt uitgelegd hoe de Amerikaanse kapitalisten, na enige aarzeling bij het uitbreken van de crisis in 1973, aan heel de wereld een economische politiek opdringen die leidt tot steeds meer ongelijkheid en uiteindelijk tot nog grotere problemen. Maar nog veel meer onderwerpen komen aan bod: het Japanse kapitalisme, de crisis van de euro en de desastreuze gevolgen voor landen als Griekenland en Spanje. De opkomende economieën in Azië en Zuid-Amerika, de opkomst van China als industriële grootmacht, de tendens tot een nieuwe wapenwedloop voornamelijk in Azië en de mogelijke oorlogsdreiging. Het is allemaal zeer erudiet en voorzien van tal van interessante grafieken, maar ook soms wat teveel van het goede. Ons inziens had het boek erbij gewonnen als de auteur wat zuiniger was omgesprongen met de vele voorbeelden.
Vanaf ongeveer de helft van het boek verschuift de klemtoon: minder beschrijvend en meer gravend naar de fundamentele oorzaken van crisissen in het kapitalisme. De klassieke marxistische uitleg van crisissen door overproductie wordt getoetst aan de recente economische evoluties. Overtuigend wordt aangetoond dat dit nog altijd de enige correcte manier is om een kapitalistische crisis te verklaren. Er wordt duidelijk uitgelegd dat het crisissen zijn van het systeem en geen “financiële-“ of “oliecrisissen”. Als Houben die processen uitlegt, gebruikt hij regelmatig citaten van Marx en Lenin en dat zijn zeker niet de minst interessante passages van het boek! Pas op het einde spreekt Houben zich volmondig uit voor een socialistische maatschappij en -economie als enige afdoende oplossing voor de kapitalistische crisis. Hierbij haalt hij overtuigend de sociaaldemocratische illusies in een “goed geregelde sociale markteconomie” onderuit. Minder overtuigend is hij bij de behandeling van de “socialistische staten” (stalinistisch was een beter woord geweest vinden wij). China is hoe dan ook wat onderbelicht in het boek, gezien de grote rol die het vandaag speelt in de wereldeconomie. Maar alhoewel hij toegeeft dat in China “de ontwikkeling zich op onrustwekkende manier als maar verder op de kapitalistische weg begeeft” weigert hij daar de volledige conclusies uit te trekken. Andere landen zoals Vietnam rekent hij volgens ons onterecht nog tot het “socialistische kamp”. Wij denken dat het belangrijk is de juiste lessen te trekken uit de infame neergang van het stalinisme in nagenoeg alle landen waar het bestaan heeft voor al wie een nieuw socialistisch alternatief wil opbouwen.
Meer info op www.epo.be/uitgeverij/boekinfo_boek.php?isbn=9789491297946