De opmaak van de begroting is altijd een belangrijk moment in het bestaan van elke regering. Dat is zeker zo in een crisisperiode zoals we die nu beleven. Alle interne tegenstellingen komen daarbij naar boven. Een goede analyse van de begroting leert meestal wie de winnaars zijn. Het kan ook tot een patstelling komen, zonder winnaars of verliezers bij de politieke partijen. Dat lijkt nu het geval te zijn.

Vorig jaar nog werd de begroting voor 2009 opgesteld met een verwachte groei van 1,9 procent; in werkelijkheid zal de economie krimpen met meer dan 3 procent, zoals eerste minister Van Rompuy zelf toegeeft. Het is niet vreemd dat er op die manier een tekort in de staatskas ontstaat. Voor dit jaar wordt dat tekort geschat op 5,4 procent van het BBP (Bruto Binnenlands Product; het totaal van de geproduceerde rijkdom in een jaar). De nieuwe begroting gaat over het jaar 2010, en ook al voor het jaar 2011 worden cijfers voorop gesteld. Voor 2010 wordt het een 'begrotingsinspanning' van 0,5 procent van het BBP; volgend jaar zou het 1 procent moeten worden. Dat is echter afhankelijk van de verdere evolutie van de economie.

De prognose die de regering daarvoor maakt is een groei van 0,4 procent in 2010 en van 1,9 procent in 2011. Kortom, de regering verwacht dat de crisis tegen eind 2011 ongeveer voorbij zal zijn. Valt dat tegen, dan zullen alle berekeningen waardeloos blijken. Maar wat houden begrotingsinspanningen dan wel in? Er zijn hoofdzakelijk twee soorten: besparingen en nieuwe inkomsten, voornamelijk via belastingen. Zoals steeds worden de eerste schoten van het gevecht al maanden voor de begroting gelost.

Sociale zekerheid en ziekteverzekering

De patroons vragen al maanden besparingen in de sociale zekerheid, al jaren een vermindering van het aantal ambtenaren. De liberalen speelden daarop in door de jaarlijkse groei van de kosten van de ziekteverzekering, die nu wettelijk vastgelegd is op 4,5 procent per jaar, aan te vallen. Dat hebben ze niet gehaald. De 4,5 procent blijft overeind. Dat betekent niet dat het volledige bedrag zal worden uitgegeven, maar eventuele overschotten worden in het toekomstfonds tegen de vergrijzing gestort.

Er zijn wel enkele besparingen in de ziekteverzekering: 65 miljoen op de terugbetaling van geneesmiddelen, 25 miljoen op 60 miljoen op geavanceerde medische technieken. De regering maakt zich echter sterk dat de patiënt hier niets van zal voelen. Kan dat? Wat de geneesmiddelen betreft zou dat moeten lukken door de terugbetaling terug te schroeven van geneesmiddelen waarvoor ook een generiek alternatief bestaat. De regering maakt zich sterk dat de prijzen voor de patiënt zelfs zullen dalen met een totaal van 27 miljoen. In de ziekteverzekering zijn er zelfs enkele maatregelen die voordelig zijn voor de patiënten: zo worden supplementen in tweepersoonskamers van ziekenhuizen volledig verboden. Goed onderhandeld van de PS-minister (Onckelinckx), zou men op het eerste gezicht zeggen. De enige vraag die men kan stellen is of de vooruitgang langs één kant niet zal leiden tot een achteruitgang langs de andere. Een positieve maatregel als het afschaffen van de supplementen leidt natuurlijk tot minder inkomsten voor de ziekenhuizen. Velen van hen zitten al in slechte financiële papieren. De regering voorziet in een bedrag van 18,7 miljoen om daaraan tegemoet te komen. Maar wat als dit bedrag niet voldoende blijkt? In de hele ziekenhuissector is al sinds lang een soort sluipende privatisering aan de gang, aangedreven door chronische tekorten.

In de sociale zekerheid wordt verder een besparing van 178 miljoen in het vooruitzicht gesteld door de bestrijding van de sociale fraude. Het gaat hier voornamelijk over zwartwerk. Zal men voornamelijk de patroons aanpakken of eerder de kleine man? Wordt zeker nog vervolgd.

Belast de rijken, maar slechts een heel klein beetje

Als een regeringspartij (hier de PS) een succesje gegund wordt op het ene vlak, mag je er donder op zeggen dat ze toegevingen heeft gedaan op het andere. Aangezien er weinig bespaard werd in de sociale zekerheid, moest het geld elders gehaald worden. Bij de banken bijvoorbeeld. Het was ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw die eind augustus het startschot gaf. De banken waren nog maar pas door de regering gered ten koste van vele miljarden overheidsgeld, zo stelde hij. Het is dan maar normaal dat ze ook een bijdrage leveren aan de begroting. Een redenering waar je geen speld tussen kunt krijgen en die dan ook, in een nooit geziene vlaag van eensgezindheid, werd gevolgd door alle politieke partijen, zelfs de liberalen.

Het resultaat was dat ene Didier Reynders ermee werd belast om de 'inspanning' van de banken uit te werken. Een betere garantie kun je niet geven dat heel de zaak vakkundig in de soep wordt gedraaid. Waar heeft Reynders het geld gevonden? Bij de grote speculanten? Bij de schandalige bonussen die nog altijd aan de toplui van banken worden uitgekeerd? Nee, je raadt het nooit: bij de spaarboekjes en de kasbons! Volgend jaar levert dat 220 miljoen op, 670 miljoen in 2011 en nadien jaarlijks 540 miljoen euro. Het is precies op de formules die de kleine man gebruikt om zijn weinige spaargeld te beleggen dat de banken belast worden. Vanzelfsprekend zullen de banken niet aarzelen om dat aan die zelfde kleine man door te rekenen. Grote speculanten blijven eens te meer buiten schot, worden zelfs aangemoedigd, want hun activiteiten worden niet extra belast.

Maar er is nog meer stront aan de knikker. Tegelijkertijd met het opleggen van de nieuwe belasting heft de regering de oude garantieregeling voor de banken op. Dat wordt haarfijn uitgelegd in een artikel van Trends van 16/10/09. En Trends is een bron die je niet kunt verdenken van linkse sympathieën! Zij berekenen dat de banken in 2010 zelfs 70 miljoen zullen winnen bij de nieuwe regeling. Wij citeren uit het artikel: "Vanaf 2013 begint de nieuwe regeling echt te bijten, maar de kans is vrij groot dat tegen dan deze nieuwe regeling een stille dood sterft. Er is immers een Europese depositogarantieregeling in de maak, en de Belgische regeling zal zich daar moeten op afstemmen. De hele operatie komt dus neer op een eenmalige begrotingsmaatregel, waarbij het oude depositogarantiefonds voor 600 miljoen wordt gekraakt, en via de banken wordt doorgesluisd naar de begroting."

Ook de aangekondigde bijdrage van de energiesector aan de begroting is een lachertje. Hier heeft dezelfde PS (dit keer minister Magnette) het wel heel dom gespeeld. Er was geweten dat Suez (de Franse eigenaar van Electrabel, dat een bijna-monopolie heeft van de elektriciteitsproductie in ons land) vragende partij was om de oudste kerncentrales open te houden. Om te beginnen: wij zijn natuurlijk tegen dit uitstel van sluiting. Die moet doorgaan in 2015, zoals door vorige regeringen beslist. Er moet geïnvesteerd worden in groene energie, wat zelfs op puur economisch gebied de toekomst is. Maar zelfs als je het zielige spelletje wil spelen om de begroting te laten spijzen in ruil voor het tien jaar langer openhouden van Doel en Tihange, doe het dan anders! Nu gaf Magnette al onmiddellijk toe op het principe om de centrales 10 jaar langer open te houden. Natuurlijk betaalde Suez dan slechts een aalmoes. 250 miljoen euro zegt de regering in haar begroting (op te brengen door Electrabel en enkele kleine concurrenten). Vooraf had Suez topman Mestralet al laten weten aan de Belgische ambassadeur in Parijs dat hij bereid was jaarlijks 170 miljoen te geven.

Het tekent de verhoudingen tussen de Franse multinational en de Belgische regering: die van leenheer en horige. Mestralet was voor heel de zaak niet bereid één voet buiten Parijs te zetten. Op het ogenblik dat de regering de begroting in het parlement verdedigde, gaf Mestralet de ultieme doodsteek. Op een persconferentie in Parijs (waar anders?) antwoordde hij op de vraag hoeveel Electrabel dit jaar zou bijdragen aan de Belgische begroting: zéro euro. De regering had nochtans 500 miljoen euro heffing voorzien in de vorige begroting. Electrabel vecht dat echter aan voor de rechtbank en het ziet er naar uit dat ze gaan winnen...Ter info: de jaarlijkse winst van Electrabel wordt geschat op 2 miljard euro, voornamelijk afkomstig van de kerncentrales. Door allerlei fiscale spitstechnologie betalen ze op die winst geen belastingen.

Bij andere belastingen vinden we de gebruikelijke melkkoeien: tabak en diesel. Onder het mom van de verdediging van de volksgezondheid en het milieu worden de accijnzen hierop verhoogd. Natuurlijk is ook de gewone man het slachtoffer hiervan.

'Afslanking' van de overheidsdiensten

Eén hoofdstuk komt niet of weinig aan bod: besparingen in de overheidsdiensten. Omdat er veel onenigheid over is natuurlijk. Vroeger werd geopperd dat van de ambtenaren die op pensioen gaan er maar één op de twee zou vervangen worden. Steven Vanackere, minister van overheidsdiensten, gaf tegengas en stelde dat dit niet zomaar in alle diensten mogelijk is. In zijn begrotingstoespraak beperkte premier Van Rompuy zich ertoe te zeggen dat niet alle overheidsambtenaren die op pensioen gaan, vervangen zullen worden. Ongetwijfeld wordt dit een strijdpunt voor de toekomst. Dat de regering daar nu nog geen cijfer op plakt, komt omdat zij bang is voor de reacties van de overheidsvakbonden. Je mag er echter zeker van zijn dat die besparingen later op een slinkse manier opnieuw aan de oppervlakte zullen komen. Dat zal des te meer zo zijn als andere geplande besparingsmaatregelen tegenvallen. En er zijn nogal wat onzekerheden in de berekeningen van de regering: het aftoppen van de notionele intrest, de strijd tegen de fiscale fraude enzovoort. De boekhouders en advocaten van de grote bedrijven zijn waarschijnlijk al druk in de weer met het ontwijken van de maatregelen die op dit vlak honderden miljoenen zou moeten opbrengen... zegt de regering.

De reacties

Een van de eerste en scherpste reacties kwam van Paul De Grauwe, professor economie aan de KU Leuven en vroeger liberaal senator. In een opiniestuk in de Morgen en op tv liet hij geen spaander heel van het regeringsplan over de banken. Is De Grauwe opeens socialist geworden? Neen, maar zijn reactie is tekenend voor hetgeen wij de eerlijke verdedigers van het kapitalisme zou noemen. Pas in crisistijden komt volop naar boven hoe hebzucht de enige drijfveer is van de grote spelers in de kapitalistische economie. Mensen als De Grauwe weten dat ook wel en hebben in het verleden zelfs beweerd dat individueel gewin uiteindelijk leidt tot een beter lot voor allen. De crisis heeft dit geloof grondig dooreen geschud. Vooral de tergende arrogantie van de bankiers spreekt tot de verbeelding. Zij werden van de ondergang gered door miljarden euro belastingsgeld. Toch weigeren zij halsstarrig daar consequenties aan te verbinden. Blijven speculeren op allerlei schimmige beleggingen? Moet kunnen. Torenhoge bonussen of opties? Nodig om het beste personeel te houden! Het is niet alleen walgelijk, maar het bereidt ook nieuwe crisissen voor.

Het tweede onvergeeflijke punt van de begroting, het openhouden van de kerncentrales en de knieval voor Electrabel, werd in het parlement afgekraakt door SP.a-fractieleider Bruno Toback. Hij deed dat goed en af en toe grappig. Eindelijk echte oppositietaal van de SP.a. Zijn verhaal zou echter nog overtuigender geklonken hebben als het ook ondersteund was door een socialistische economische totaalvisie. Toback ridiculiseerde terecht de uitspraak van Van Rompuy die zich beriep op 'rustige vastheid'. Die zinsnede verbergt enkel passiviteit, gebrek aan eensgezindheid en ondertussen groeit de schuldenberg weer aan. Maar wie A zegt moet B zeggen. Wil Tobback dat er meer bespaard wordt? De rechtse kranten confronteren de kritiek van Tobback nu al met de commentaar van het ABVV, dat vrij positief is voor de begroting en stelt dat er geen sprake is van de gevreesde sociale afbouw. Een veel te positieve kritiek vinden wij trouwens. Het ABVV-Limburg legt in een persmededeling die u kunt lezen via deze link de klemtonen veel juister. Zij stellen dat de begroting veel elementen bevat die de factuur naar de werknemers doorschuiven: elektriciteit, banken, diesel enzovoort.

Wat ontbreekt in de discussie is een totaalvisie op de economie. Zonder ingrepen in de manier waarop de economie georganiseerd is en waarop de winsten verdeeld worden, stevenen we af op nog grotere problemen in de toekomst. Daar staat de oplopende staatsschuld garant voor. Vandaag profiteren we van het feit dat ook de kapitalistische economen overtuigd zijn dat het in crisistijden beter is schulden te maken om via staatssteun de economie op te krikken. Eerlijk gezegd doet de Belgische regering daar nauwelijks aan mee. Ze hoopt wat graantjes mee te pakken van de inspanningen van de ons omringende landen. In 2010, wanneer de regering een eerste schuchtere economische opleving verwacht, zullen de vele stimuleringsprogramma's voor de economie in de omringende landen afgelopen zijn. Wij denken bijvoorbeeld aan de schrootpremies voor het vervangen van oude wagens. In landen als Frankrijk en Duitsland zal de overgang van 'stimuleren' naar (voorzichtig) besparen heel duidelijk voelbaar zijn. De gok is dat de economie tegen dan spontaan aantrekt, voldoende om die schok op te vangen. Een gok is het, meer niet. En als je het ons vraagt een gok met geringe slaagkansen.

Vroeg of laat komt de vraag: wie zal betalen? De werkende mensen, de gepensioneerden en de werklozen of het grootkapitaal? ABVV-federaal pleit voor nieuwe spelregels, zoals een massale verschuiving van de belasting op arbeid naar de belasting op kapitaal en de opheffing van het bankgeheim. Wij steunen dat, maar waarschuwen tegelijkertijd dat zoiets niet voldoende zal zijn. Als men echt raakt aan de winsten van het grootkapitaal zal dat zich daar met alle middelen proberen tegen te verzetten: kapitaalvlucht, prijsstijgingen, zelfs volledige sabotage van de economie. Wij blijven beweren dat enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder arbeiderscontrole een echte waarborg kan brengen tegen verdere crisissen. Het is slechts schijnbaar gemakkelijker om "de rijken te belasten". Wie ernstig aan de winsten van het kapitaal komt, maar hen de volledige economische controle laat, speelt een gevaarlijk spel. Men kan ook niet een tijger één voor één de tanden uittrekken. De socialistische omvorming van de economie kan beginnen in één land maar zal zich als een lopend vuurtje verspreiden over het hele continent, zoals we nu al op kleine schaal zien in Zuid-Amerika.

Dat de machtsverhoudingen in België en Europa daar nog niet rijp voor zijn, weten wij ook. De crisis is echter een harde leermeester, die zal duidelijk maken hoe noodzakelijk de oude lessen van het socialisme en het marxisme zijn. Zonder die lessen is ook een 'gewone' tussenkomst in een begrotingsdebat onvolledig.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 326 1 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken