Heeft de leiding van het ABVV en het ACV nu gekozen voor de 'pest' of voor de 'cholera'? De syndicale top geeft haar keuze voorzichtig de naam van ‘het minste kwaad’.
Nadat de Minister van Tewerkstelling, Laurette Onkelinx de vakbonden en de patroons tien dagen bedenktijd had gegeven kwamen ze weer op haar kabinet bijeen op 28 maart. Bij gebrek aan ‘spontaan’ akkoord dreigde ze zelf de knoop door te hakken en zou ze haar wetsvoorstel éénzijdig opleggen. Haar wetsvoorstel komt er op neer dat het stakingsrecht in een juridisch keurslijf wordt gewrongen waarbij de arbeidsrechtbank uitspraak moet doen over het wel en wee van een staking.
Onkelinx kent haar ‘heren’ blijkbaar goed want deze zachte chantage was blijkbaar voldoende om ze over de streep te halen. Het komt er voor de vakbondstoppen vooral op aan om er toch maar ‘bij te kunnen zijn’. Michel Nollet en Luc Cortebeeck kozen dus weer voor het ‘minste kwaad’. Het nieuwe zogenaamde ‘herenakkoord’ (een drieledig akkoord over het sociaal overleg, de geplande afschaffing van de carensdag voor arbeiders en de versoepeling van het banenplan - zie ons artikel op www.vonk.org van 21/3/02) werd hier en daar aangepast maar de essentie blijft: spontane stakingen moeten aan banden gelegd worden en solidariteitsacties zijn uit den boze. In bijlage van het protocol wordt er voor de “show” verwezen naar de Conventie van de Internationale Arbeidsorganisatie die de syndicale vrijheid bevestigt. Ook belooft Onkelinx de oprichting van een ‘Huis van het Sociale Overleg’ dat wel snel dreigt te verworden tot een soort heropvoedingskamp voor sociaal onaangepaste afgevaardigden en secretarissen.
Alle ‘bijlagen’ en ‘addenda’ ten spijt liegt de tekst van dit protocol niet: het is een verregaand engagement van maatschappelijke zelfdiscipline vanwege de vakbondsleiding. Met de aanvallen die het patronaat in petto heeft in de volgende jaren (privé-pensioenen, pensioenleeftijd optrekken tot 65 jaar, privatisering overheidsbedrijven, sluiting en herstructureringen van bedrijven als gevolg van de recessie enz.) wil het kunnen rekenen op een getemde arbeidersklasse dankzij gemuilkorfde afgevaardigden en vakbondsleiders. Sommige vakbondsleiders bieden zich vrijwillig aan voor die muilkorf.
In een syndicaal debat in Luik op 29 maart haalde Albert Faust, voorzitter van het ABVV-Brussel en algemeen secretaris van BBTK Brussel-Halle-Vilvoorde sterk uit naar dit protocol. "Neen, ons verzet tegen dit protocol berust niet op een misverstand. We hebben het niet slecht begrepen. Ik beschik zelf over een radio-opname waarin Michel Nollet van het ABVV letterlijk vertelt dat hij het eens is met de voorzitter van het VBO die zegt dat het niet meer kan dat afgevaardigden van de grootwarenhuisketen GB voor de deuren van Carrefour piket komen staan". Hij gaat verder en analyseert de ondertekening van dit akkoord ook als een keuze voor een passief dienstensyndicalisme waar er geen plaats is voor sociale strijd, inspraak, bewustwording, het ombuigen van krachtsverhoudingen enz. "Als we de syndicale top laten begaan verwordt het syndicaal lidmaatschap in België tot iets gelijkaardigs als de aansluiting bij de gas -en watermaatschappij waar de abonnees niet de minste inspraak meer hebben in de beslissingen van de raad van bestuur".
Nu het protocol in essentie onveranderd is gebleven zal het hoogst waarschijnlijk weggestemd worden door de achterban indien die hiervoor de kans krijgt. Geen enkele nieuwe raadpleging blijkt echter voorzien. Misschien maakt dat ook deel uit van de geheime artikels van het protocol.
Na de ondertekening van het anti-stakingsprotocol zeggen niet weinig afgevaardigden dat het hier toch maar om een vodje papier gaat dat ze in de praktijk naast zich neer zullen leggen. Inderdaad zal het moeilijk zijn voor de vakbondstop om het protocol waar te maken in de dagdagelijkse sociale strijd. Dat betekent echter niet dat we onverschillig kunnen staan tegenover dit protocol. In de eerste plaats moeten we van onze besturen vragen dat hierover gepraat wordt en dat het protocol wordt weggestemd. Zo een vergif mogen we niet in onze organisaties binnen laten sijpelen. Vervolgens zal tenminste een gedeelte van de vakbondsleiding pogen het protocol toe te passen en tegenstribbelende militanten weer op hun rechte pad te brengen.
Daarom moeten we blijven verder strijden voor een wet die de gerechtelijke tussenkomst in sociale conflicten verbiedt en de volledige stakingsvrijheid vrijwaart.