Theorie

Deze vraag stelt Werner Bräunig zich in de voorlaatste alinea van zijn roman Rummelplatz (Kermis). Hijzelf mag er alvast gerust in zijn, zijn doortocht verliep niet onopgemerkt. Zijn opus magnum dat in 2007 verscheen in Duitsland verwekte er een kleine sensatie. Het werd geroemd als “één van de meest opvallende romans uit de Duitse naoorlogse literatuur en de Frankfurter Allgemeine plaatste hem op dezelfde hoogte als Thomas Mann, Heinrich Böll en Günter Grass. Josephine Rijnaarts zorgde voor een schitterende vertaling van de 586 paginas en schreef ook een verhelderend nawoord. 

De crisis had in België hard toegeslagen. In 1974, maar vooral in 1980-81 schreeuwde het patronaat steeds harder dat de werkende bevolking moest inleveren. Politieke instabiliteit was het gevolg. De ene regering na de andere kwam ten val. Tussen 3 april 1979 en 17 december kwamen niet minder dan 5 regeringen vroegtijdig aan hun einde.  In alle omringende landen was het al inleveren troef.  De vakbonden hadden dat bij ons in de jaren 70 nog grotendeels kunnen tegenhouden, vanaf 1981 was het echter prijs. Voor het eerst sedert lang trad een homogeen rechtse regering aan.  

Kevin, 22 jaar, volgt de lerarenopleiding richting Nederlands geschiedenis en is in 2011 bij Vonk/Revolution aangesloten. Zijn grootste passie is de geëngageerde fotografie. Je kan hem steeds tegenkomen tijdens een betoging, bij een burgerinitiatief of in een meeting, waar hij gewapend met zijn onafscheidelijke camera op jacht is naar dé ultieme foto.

De film Pride katapulteert ons terug naar de zomer van 1984. Engeland is in de ban van de grote mijnwerkersstaking. Thatcher zet alles op alles om de staking te breken en blokkeert de banktegoeden van de mijnwerkersvakbond. De stakende mijnwerkersfamilies leefden in grote armoede en waren aangewezen op schenkingen, voedselpakketten en geldinzamelingen om het vol te houden. Soms kwam de hulp uit wel heel onverwachte hoek. Een groep homo's en lesbiennes richtten in Londen de actiegroep LGSM (Lesbians and Gays Support the Miners) op. Het inzamelen van geld voor de stakende mijnwerkers was voor hen ook een statement naar de overheid en Thatcher toe. Het zijn niet enkel de holebi's die toen geviseerd werden door de politie en voor het minste werden opgepakt, ook andere groepen zoals de mijnwerkers kwamen in het verdomhoekje terecht!

De misdaden van IS (Islamitische Staat) roepen overal schrik en verontwaardiging op. Terecht natuurlijk, hun methoden en doenstellingen zijn zonder meer barbaars te noemen. Maar de berichtgeving in de media en de discussies die hierover gevoerd worden staan bol van schijnheiligheid en drogredeneringen. Om te beginnen met de term die wordt gebruikt: “radicalisatie”. Blijkbaar kunnen ze de gelegenheid niet laten voorbijgaan om alle radicalisatie (links of rechts, wij horen ze het al zeggen) op één hoop te gooien en als verwerpelijk voor te stellen.

In het oeuvre van Ken Loach, begenadigd cineast en onvolprezen chroniqueur van het gewone volk, neemt de film The spirit of 45 een bijzondere plaats in. Aan de hand van authentieke archiefbeelden, geluidsopnames en interviews met toenmalige verpleegsters, mijnwerkers, vakbondsmensen, dokters en activisten wordt een beeld geschetst van het na-oorlogse Engeland. Labour was op basis van een links programma met een overweldigende meerderheid aan de macht gekomen in juli 1945.

 “De vraag of aan het menselijk denken objectieve waarheid mag worden toegekend, is geen theoretische, maar een praktische vraag. De mens moet de waarheid, d.w.z. de werkelijkheid en de macht, het aardse karakter van zijn denken in de praktijk bewijzen. De strijd over de werkelijkheid of niet-werkelijkheid van het denken, dat volledig losstaat van de praktijk, is een zuiver scholastische kwestie.” (Marx, Tweede Stelling over Feuerbach)