Inhoudsopgave

Vraag 1: Is het communisme totalitair?

Een karikatuur

Het beeld dat jongeren via de massamedia of op de schoolbanken van een socialistische of communistische maatschappij krijgen, is een totalitair regime met een manke economie die er niet in slaagt in de basisbehoeften van de mensen te voorzien. Zo werd de voormalige Sovjet-Unie voorgesteld alsof het een model was van een socialistische staat; een staat waarin iedereen die het niet eens is met het regime brutaal wordt vermoord en mensen uren in de rij moeten staan wachten voor iets zo simpel als een brood. Dat de economie en het beleid van landen zoals hedendaags China, de voormalige USSR en Noord-Korea sterk uiteenlopen mag de pret niet drukken: aangezien deze landen zichzelf socialistisch of communistisch noemen, moeten ze wel socialistisch of communistisch zijn. Als we deze redenering zouden verwerpen, zouden we immers ook de landen die zichzelf 'democratisch' noemen wel eens met een kritisch oog kunnen bekijken. Zo kunnen we ons vragen stellen bij de betekenis die de regering van de VS geeft aan 'democratie', aangezien weinig mensen in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika of andere uitgebuite regio's staan te popelen om dit geschenk in ontvangst te nemen. We zullen ons bijgevolg de vraag stellen of regimes zoals de Sovjet-Unie waarachtig socialistisch waren of niet.

Planeconomie en democratie

Onze algemene evaluatie van de Oktoberrevolutie is zonder twijfel positief: voor de eerste keer in de geschiedenis bewezen de arbeiders dat het mogelijk is een staat te besturen zonder grootgrondbezitters, bankiers en kapitalisten. Dankzij de planeconomie, die de chaos en de willekeur van beurs en markt verving, was er een enorme vooruitgang in de levensstandaard, alfabetisering, opleiding en gezondheid van de bevolking. In een zeer korte periode ontwikkelde Rusland zich van een hoofdzakelijk agrarische en semi-feodale staat tot een industriële grootmacht.

In de jaren '80 verkeerde de potentieel heel productieve en efficiënte planeconomie echter in crisis. Dit leidde economisten ertoe om het principe van een planeconomie af te doen als log, bureaucratisch en inefficiënt. Het falen van de planeconomie was echter te wijten aan een algemeen gebrek aan democratie in de Sovjet-Unie. Een planeconomie werkt alleen optimaal onder democratische controle, wie weet er tenslotte beter wat de noden van het volk zijn dan het volk zelf? Het probleem is echter dat deze controle in stalinistisch Rusland niet bestond, en de economie werd gestuurd door een handvol bureaucraten en kaderleden van de gedegenereerde communistische partij. Het economische potentieel van de Sovjet-Unie werd dus gekortwiekt door een democratisch deficit. Hoe dit kon gebeuren zagen we reeds in hoofdstuk 5 bij de bespreking van de stalinistische contrarevolutie.

Conclusie

Wanneer men stelt dat het marxisme automatisch leidt tot totalitarisme, dan is dit eigenlijk een verbloemde poging om belangrijke vormen van sociale strijd en emancipatie zwart te maken en het kapitalisme goed te praten. Ideeën en theorieën scheppen enkel een werkelijkheid, ten goede of ten kwade, als zij door groepen mensen gemobiliseerd en gedragen worden. Het is niet het marxisme, maar de stalinistische bureaucratie die de oude garde bolsjewieken in kampen liet omkomen. Het marxisme – of liever, een gedegenereerde vorm ervan – diende louter als vijgenblad voor de machtspolitiek van de bureaucratische kaste. Het totalitarisme van de Sovjet-Unie was dus geen gevolg van een of andere inherente kwaliteit van het marxistische gedachtegoed, maar het historisch resultaat van een onvoltooide of gefaalde revolutie. Het marxisme verwerd van een bevrijdingstheorie tot een rechtvaardiging van onderdrukking. Het is aan ons om het marxisme als emancipatorische methode opnieuw toe te eigenen en te hanteren.